website voor iedereen
Brief 2, Puenta Nieva staat iets verder naar beneden.
Jullie hadden mijn verjaardag nog tegoed. Die was geweldig. Iedereen kreeg in de eerste pauze een broodje. Daarna hebben broeders en zusters samen me uit volle borst toegezongen.
We hadden toen nog geen enkel vermoeden hoe de nood ons aan elkaar zou verbinden. U kunt daarover lezen in onze brief uit Yutubis. Die staat verder naar beneden. Brief Yutubis: Zijn listen niet onbekend
Onderaan een paar foto's van ons verblijf in Puente Nieva.
Weer op reis.
Als de chalupa (boot) aanlegt in Nieva valt de enorme hitte op ons. Mensen zoeken overal de schaduwplekjes op, maken hun armen en hoofd nat en klagen over de enorme hitte. De hitte verlamd, je wordt sloom, een eind lopen gaat niet. We zien uit op de Marañon, een prachtig gezicht. De Marañon is een gevaarlijke rivier, er zijn draaikolken, enorm veel bomen die overal in de rivier drijven en je moet met verstand varen, heel wat mensen zijn verdronken door de jaren heen. Het is een druk gebied hier, de bootjes varen af en aan, zo mooi. Lange boomstam bootjes, maar ook kleintjes, net kwam een man met zijn pecky pecky vol geleden met groene bananen voorbij. Om 11 uur zou Alejandro ons halen, maar hij was er pas om half 1. Onderweg was een jonge man van 22 met zijn auto in het water geraakt en verdronken. Van Nieva varen we naar de overkant en dan in een auto. De auto is zo rot als een mispel. De chauffeur rijd als een razende over de smalle, nieuwe weg, die dit hele gebied heeft ontsloten. Omhoog, omlaag, het is een schitterend gebied, wat we kennen in de oude staat van de vroegere rit naar Saramerisa.
Nu zijn overal bruggen gekomen en alles rijd snel, de chauffeur scheurt door de onoverzichtelijke bochten, dat we soms de adem inhouden. Voordat we bij Puente Nieva zijn, stoppen we bij een Hospedaje. Beneden is een klein winkeltje, boven zijn kamertjes met een enorme kabel TV, een bed en krukje. Daar worden de spullen gebracht en gaan we eerst naar de hermanos toe en alles gereed maken, want hoe je het wend of keert, dit alles komt toch op Jan neer. Het is een veel kleinere groep, we hebben een enorme sportzaal…Jan aan de ene kant, voor mij de andere kant. Het is ook hier enorm heet!!!!
Apertura.
De man van het winkeltje heeft een oude motocar en brengt ons naar onze hermanos. Het is al donker, er is weinig licht in het gebouw. Voor de open ramen buiten, staan tientallen mensen uit het dorp. Na ongeveer een uur, terwijl de meditatie nog niet klaar is, floep…licht uit. Zaklamp aan, een zwerm insecten komt er op af en het is haast niet mogelijk om zo te spreken. Dus het lampje wordt een eind weg gezet en heel “romantisch” zitten we in de schemer. Al met al een gezegende avond. Diep bewogen verteld Alejandro het hele verhaal van Jan aan het eind van de avond, aan deze hermanos en benadrukt heel speciaal, dat bij de Heere alle dingen mogelijk zijn, maar ook de grote waarde van het gebed. De taxista komt ons ophalen…alles pikdonker, en hij rijd zonder achterlicht, neemt alle bochten aan de andere kant van de weg, maar we komen veilig bij de Hospedaje. Het hele gebied is zonder stroom, dus ook hier in deze kamer is geen licht. We zijn blij als we in bed liggen, onder de hangmat. De volgende morgen, Jan heeft zich gedoucht, maar bij mij is er bijna geen water meer en dan stopt het water en hebben we de hele dag, avond en halve nacht geen water.
Het is zo heet, bij iedereen stroomt het zweet van de gezichten. Geen zuchtje wind is er. Jan preekt, de hermanos zitten ademloos te luisteren, een paar hermanas gaan zo mee en op in de preek, ze trekken de woorden uit Jan zijn mond, prachtig om te zien. We ervaren een honger naar Gods Woord in de Selva. Alejandro zegt later, hermano Jan, wat een Woord, dit is Brood voor ons hart.
Mijn hermanas.
Het is een groep van 15, helaas kunnen er 4 niet lezen en schrijven en 3 amper…Twee hermanas hebben al 2 x de cursus in Bagua gevolgd, heerlijk hen te zien en ook dat ze boven de anderen in kennis uitblinken. De ene hermana heeft haar dochter van 15 mee gebracht en een nichtje. Zij hebben wel kennis en zijn vlug. Voor de 11 hermanas is alles nieuw. Ze hebben absoluut geen enkele Bijbel kennis. Ales wat ik zeg is nieuw voor ze. Zelfs de meest eenvoudige dingen weten ze niet. Heerlijk om dan kennis te mogen overdragen. Maar dat houd in dat je het soms wel 3 x moet herhalen op verschillende wijzen. En elke dag moet terug vragen…BV, wie is de Vader van Jezus. Oei…voor de 3de keer zeggen ze José….De sfeer is ongelooflijk goed. In de pauzes zijn er hier en daar groepjes die oefenen met een lied dat ze niet kennen. Of ze leren dingen uit het hoofd voor de les van Alejandro. Hij is een geboren leider, op de goede manier. De uren vliegen voorbij…
Als we in onze kamer komen is het zo heet, zo ongelooflijk heet, we hebben geen fut om iets te doen, verder is er geen water om te douchen, geen stroom. Ik zeg tegen de man in het winkeltje, die gezegd had, ja , ja er is water….Er is geen water. Nee zegt hij nu, zolang het niet regent, is er boven geen water….Maar mijn man moet douchen, zeg ik. Dan praat hij met een vrouw en gaat naar achteren… Onderwijl rijd er een jongen keihard over de weg en raakt met een geweldige klap een kip die daar gezellig met andere kippen insecten loopt te zoeken…. ze tolt over de weg, slaat krampachtig met haar vleugels en poten en …is dood. Achter de Hospedaje is het een bende van jewelste , iedereen gooit zijn vuil daar maar neer, er lopen kippen en honden, er liggen bergen planken, stukken leidingen etc. Niemand die zich er aan stoort. Maar goed, blijkbaar is de douche ruimte wat gefatsoeneerd en kan Jan toch douchen. Het wordt steeds heter, we zitten te zitten, het zweet stroomt van ons gezicht en lijf af.…ik voel me beroerd en ellendig. Uiteindelijk zegt Jan, laten we ons broodje eten. Als we die hebben door gesneden, ziet hij in het half donker een leger mieren op zijn bord. Lamp er bij…tot in het midden van het broodje zitten de mieren. We hoeven ze niet meer en gooien ze voor de honden en kippen. Dan de tomaat maar eten…dus die wordt gedeeld. Op het balkon zitten we in het donker, beroerd van de hitte en moe van die warmte. Ver weg licht de Selva onophoudelijk. Wat houd ik daar van, jaren terug al kon ik er intens van genieten. Wat een majestueuze wereld! Om half 9 zitten we nog te zitten en gaan maar naar bed. We vallen zo waar in slaap, na een uur, wakker…Weer vallen we in slaap, het zweet stroomt over ons lichaam. We gaan een poosje buiten zitten…geen verkoeling, weer in bed, we liggen doodstil….toch komt de weldadige slaap weer tot we wakker schrikken, boven ons is het onweer losgebarsten, de donder rolt over alles heen, het weerlicht zet de hele omgeving in een fel licht. De regen stort over alles heen. Maar er komt verademing…we krijgen een beetje koelte en ik val weer in slaap. Wat is dat een zegen! Vandaag was het weer een fijne dag met de groepen. Jan met zijn mannen en ik met de vrouwen. Het is puur pionieren met ze, op 4 na, die zijn snel zijn en een heleboel begrijpen. Maar wat een eer om hier te mogen werken met deze mensen, wat een zegen. Gracias a Dios. Wij mogen Gods genade en erbarmen aan deze mensen uitstallen, ze kennis bijbrengen op allerlei manieren en de aandacht blijft, al zweten ze nog zo hard.
Een oma verteld haar nood.
Ze loopt kreupel, is nog betrekkelijk jong, heeft een kleinkind bij zich en haar oude moeder die amper kan lezen of schrijven. Het kleinkind schrijft meestal de dingen voor haar op, terwijl oma de teksten opzoekt. Tussen de middag kamt ze het lange haar van het meisje en maakt een mooie dikke vlecht. Ik ga bij haar zitten. Ze verteld dat ze 3 kinderen had, 2 meisjes en een jongen. Maar de moeder van dit kleinkind is overleden…en de tranen rollen over wangen, ze was nog maar 14 jaar, zegt ze. Nu heb ik nog maar 2 kinderen en weer laat ze dat met haar vingers zien, dos hijos, una mujercito y un baroncito… no mas…Mijn dochter was nog geen 14 toen ik vroeg, Je bent toch niet zwanger? No, mamá, zei ze. Maar het was wel zo en ze kreeg dit kind. Toen mijn kleinkind 6 maanden was, werd mijn dochter ziek, heel ziek. Ze werd heel dik, gezicht, armen , benen, alles. Er kwam bloed uit haar neus en oren. Voor ze stierf zei ze, Ik zie de hemel open, luz…allemaal luz…Jezus….Nu is Gely Carina 9 jaar, een lief kind met melancholieke ogen. Abuela, ik wil mijn mamá….ik mis mijn mamá. Hoe zag mijn mamá er uit, heb je een foto van haar, heb je nog spulletjes van mijn mamá? Maar ik heb niets meer van haar en de vader van mijn kleinkind is weg gegaan en heeft nooit meer iets van zich laten horen, hij woont in Yurimaguas. De oude oma zegt dat ze overal pijn heeft, artrose en dit is een kleinzoon, 5 jaar en ze zet hem voor me neer. Maar vanmiddag had ze een grotere kleinzoon bij zich...die was druk met de les aan het opschrijven. Ik vroeg: Hoe oud ben je? Hij gaf een lief lachje, 13 jaar hermana. Oma zegt daarop, Zijn vader is overleden toen hij 1 maand was. Werd ziek en stierf,….ook dit jongetje heeft leed in zijn ogen, hij leeft bij zijn oma. Heel fijn en lief….en het kan niet anders, maar zo’n jongen heeft geen toekomst. Het leven is vaak heel triest in de Selva ook zo hard. Veel mensen sterven betrekkelijk jong.
Half de middag begint het enorm te waaien en komt er een gigantische regenbui, horen en zien vergaat. De hermanos en hermanas rennen naar de waslijnen buiten om hun droge was binnen te halen. Vandaag intens genoten van de lessen met deze hermanas. Het begint een beetje te dagen bij ze. Dan gaat het een beetje gemakkelijker om ze iets bij te brengen.
‘s Nachts regent het en is het fris, wat hebben we heerlijk geslapen.
Onze Hospedaje is van hout, alles is vol kieren en de wandjes zijn flinter dun, enkel triplex. Bij elke stap beweegt de hele Hospedaje. Grappig, als er veel mensen lopen en je ligt in bed, dan is het net of ik in de ark lig, zo schommelt het. Er is een golfplaten dak, geen plafond, dus het is hier altijd vochtig en dat ruik je aan het matras, aan de kleren. Alles is klam. Je hoort alles van elkaar, snurken, stemmen…als iemand omdraait, dan ga je een beetje heen en weer in je eigen bed. De nachten zijn bezwangerd met een dichte mist. Soms sta ik een poosje buiten in het donker te genieten. Lichtvliegjes die overal hun lichtjes verspreiden, prachtig en die heerlijke stilte….wat zal ik het straks weer missen.
En dan ineens is er zo’n gesprekje…
In de pauze zie ik een kleine hermano in zijn lesboek lezen. Ik vraag hem of hij veel leert. Met zijn vriendelijke ogen kijkt hij me aan en zegt heel bescheiden, un poco hermano, ik ben muy contente, maar ik kan niet zo goed en snel leren. Bent u pastor? vraag ik. No, zegt hij timide, ik ben secretaris van de kerk. Even later komt hij bij me zitten. Hermana Nellie, ik heb een vraag, wilt u die beantwoorden? Ja, dat wil ik, als ik het tenminste kan. Ik had een droom, zegt hij en in die droom zei iemand me het volgende uit Spreuken 2. Gespannen kijkt hij me aan. Mijn zoon, zo u mijn redenen aanneemt en mijn geboden bij u weg legt, om uw oren naar wijsheid te doen opmerken, zo u uw hart tot verstandigheid neigt , ja zo u tot het verstand roept, uw stem verheft tot verstandigheid, zo u haar zoekt als zilver en naspeurt als verborgen schatten, Dan zult u de vreze van de Heere verstaan en zult de kennis van God vinden. Ik ben best ontroerd door deze woorden en zeg: Ja, die woorden zijn van de Heere God, doe dit en je zult ontvangen wat Hij hier beloofd. Dank je wel hermana , zegt hij en neemt zijn plaatsje weer in. De mannen komen binnen en enkelen zitten al naast hem, maar hij bid, ze kijken hem eens van op zij aan, maar hij merkt het niet, hij spreekt met zijn Meester.. Pas als we gezamenlijk gaan zingen en bidden, stopt hij. En ik denk, wat een wonder, die man leeft met de Heere. Zo diep weg in de Selva, en ik mag zomaar iets van Gods genade zien in dit mensen leven. Na dat gesprek zie ik hem meerdere keren ergens stilletjes in gebed. De man heeft omgang met de Heere.
Jan doet de gezamenlijke Bijbelstudie over de Goede Vader. ( verloren zoon) Een hermana is bewogen, tranen biggelen over wangen…Ik zal opstaan en naar mijn Vader gaan….Heerlijk Woord van Jezus, zo is Mijn Vader, vol van genade en barmhartigheid. De gesprekken met Alejandro zijn ontzettend fijn. Er is een verbondenheid die ons diep raakt. Een van de laatste dagen gaat Jan met de hermanos door de geschiedenis van het OT. Hij krijgt opening van de Heere op een indrukwekkende manier. Ik heb mijn hermanas aan het werk en volg het stilletjes met ingehouden adem. Machtig om zo mensen mee te nemen in de weg die de Heere met Zijn volk ging. Ze zitten ademloos te luisteren, ook Alejandro weet niet wat hij hoort. Maar al met al vliegen de dagen voor bij en is er het einde. Afscheid nemen doet pijn…zien we elkaar ooit weer hier op aarde?
Na het eten vertrekken Alejandro, Isabel, Dorcas en Jemima, een meisje dat deze dagen voor het kindje van Dorcas zorgt en wij met al onze spullen, richting Wawas. Boven op het dak het gasfornuis, de gasfles, tassen, koffers, tot zelfs 2 kippen met prachtige getekende veren. De rit is overweldigend mooi, je kunt er niet genoeg van krijgen, deze rijkdom van de Selva. Omhoog, omlaag, rivieren, bloemen, …geweldig. In Wawas staan een zoon van Alejandro met zijn vrouw Kony en hun kinderen ons op te wachten. Maar ook twee jongetjes van Bartolomé, kletsnat van in de rivier spelen, vliegen ons om de nek. Hun natte armpjes om ons heen geklemd. Dit zijn twee geweldig mooie jongetjes, met van die ondeugende roetzwarte oogjes. Hermana Nellie juichen ze en weer komen ze knuffelen, ook Cindy die 6 is, het dochtertje van Kony is ongelooflijk spontaan. Ze vliegen Alejandro om zijn nek, weten van blijdschap en gekkigheid niet wat ze moeten doen. Hermano Jan….en ze blijven hem maar vasthouden. Afscheid nemen, ik vind het zo moeilijk…. Wat zouden we graag even naar het dorp zijn gelopen om Alejandro zijn moeder te begroeten. We kunnen elkaar niet verstaan, maar er was een vonk over geslagen ruim 6 jaar geleden.
Een eind rijden we met alleen Dorcas en Kathie bij ons.
Dan is daar haar huis-winkeltje. Haar zoontjes staan al aan de weg en juichen als ze mama en Kathie zien. Onderweg was het bewolkt en af en toe regen, nu is het weer zo heet. Wij moeten nog anderhalf uur naar Bagua rijden. Onze chauffeur is een heel aardige kerel uit Cajamarca, maar dit laatste stuk zet hij er de sokken in…Hele stukken is het 30 km. per uur, maar hij vliegt er met 140 overheen. Tevens is het afscheid van de Selva want dan rijden we in de Sierra. In Bagua wachten ze met vreugde op ons, het is thuis komen. Hier hebben we een heerlijke kamer met airco…en geruisloos. s Nachts stroomt de regen neer, de straat is een grote rivier. De volgende morgen al vroeg rijden we naar Chiclayo. Onderweg, “Pare”, politie controle. De jonge politie blijft maar zoeken en lezen en kijken…ho denken we, hij zoekt een mogelijkheid om geld te vragen en daar heeft hij het. Je bent taxista en er zit geen plaatje op het raam. Dit is particulier, zegt Marcos de chauffeur. Hij moet mee naar het kantoortje, de politie zoekt en snuffelt in zijn papieren en uiteindelijk zegt hij dan …het kost je 10 soles. Marcos die al die tijd gedwee daar staat betaald het geld en de weg is vrij. Jan vraat, he je een bonnetje? No! Dus gaat het geld in de broekzak van deze politie. Si hermano, dat weet ik. Ja, zo gaat dat hier. Onderweg is er nog een derrumbe, maar die is al aardig weg gewerkt, na een kwartier kunnen we verder rijden. Veilig komen we 7 uur later in Chiclayo aan.
Wat ons in Yutupis heel erg heeft aan gegrepen was bij het afscheid, toen de dominee in zijn afscheidsrede zei, “Hermanos, deze hermano en hermana hebben ons niet een keer gediscrimineerd, ze waren altijd onze broeder en zuster, die van ons hielden”. Om altijd gediscrimineerd te worden is hard…maar zo is dit leven hier. Wonder dat de Heere je liefde voor deze stammen geeft.
Het gebeurde met Jan heeft de mensen erg aan gesproken. Maar wat een getuigenis van de heerlijkheid van God ging van dit alles uit.
Hoe menigmaal hebt U ons Uw gunst betoond…wat heerlijk om dat samen te kunnen zingen!
Hartelijke groeten en Gods zegen in alle dingen.