Het waardevolle kistje en zijn geheim

In het land Kosmos leefde er eens een Koning. Niemand wist waar hij vandaan kwam. Hij was er al voordat er ander leven was. De Koning, gevaarlijk maar goed, regeerde het land met haar vele onderdanen op de meest bekwame wijze. In alles kwam tot uitdrukking dat hij het goede met hen voor had. De inwoners mochten en konden in volkomen harmonie met hem leven. Wel eiste de Koning dat ze hem in alles onvoorwaardelijk zouden gehoorzamen. Dit was geen grote opgave, omdat er geen beter leven denkbaar was dan in het land Kosmos.

Maar, onbegrijpelijk, op een dag kwamen de onderdanen in opstand en deden een poging om de Koning van zijn troon te stoten. Ze waren de heerschappij van de Koning zat en wilden nu zelf regeren. De poging mislukte.

De Koning eiste gerechtigheid. Alle rebellerende onderdanen moesten met de eeuwige dood gestraft worden. En niet alleen zij, ook al hun nakomelingen verdienden die straf, omdat de opstandige aard van vader op zoon doorgegeven werd en het elke keer weer in de nieuwe geslachten openbaar kwam dat de Appel niet ver van de Boom viel.

De Koning kon zijn onderdanen direct door zijn leger laten doden of ze aan hun lot overlaten, wat uiteindelijk op hetzelfde neer zou komen.

De Koning, die niet alleen rechtvaardig was, maar ook barmhartig, zorgde voor een middel ter ontkoming. Een middel om van de straf vrijgesproken te worden en om vergeving van de ernstige misdaden te ontvangen.

De Koning had namelijk een kistje. Dat kistje bevatte een kruik met water. Dat water werd het Levend Water genoemd. Wat dat water zo bijzonder maakte was de belofte van de Koning: een ieder die van dat Levende Water zou drinken, zou niet sterven maar leven, eeuwig verder mogen leven in het paleis van de Koning.

Op dat kistje stonden verschillende teksten. Onder meer was er te lezen over de Toestand van de onderdanen, het gevolg van de Grote Opstand. Zo las men bijvoorbeeld: ‘Er is niemand goed onder u. Jullie allen hebben gezondigd en missen daarom mijn gemeenschap.’

Deze tekst en vele andere soortgelijke teksten waren bedoeld om de onderdanen iedere hoop dat ze op een andere manier de straf zouden ontlopen te ontnemen.

De barmhartigheid van de Koning kwam tot uitdrukking in teksten die beloften bevatten. Die beloften spraken over het kruikje met Levend Water. Zo was te lezen: “Als u dorst heeft, dan mag u komen en het Levende Water tot u nemen, om niet.’

 Weer andere teksten wezen erop dat iedereen die dit Levende water níet zou drinken, zijn verdiende straf zou moeten ontvangen, op de dag dat diegene voor de Koning moet verschijnen: ‘Als u mij ongehoorzaam bent en het Levende Water niet drinkt, dan zal ik, als u voor mij moet verschijnen, met vlammend vuur wraak doen over u.”

De Koning had in zijn soevereiniteit een gedeelte van zijn onderdanen uitverkoren door Hen een kistje te schenken. Hij gaf hen daarbij de opdracht om de Blijde Boodschap aan alle inwoners van Kosmos te verkondigen.

 Alle mensen die beseften dat deze Gift uít vrije genade tot hen kwam, en dat ze zonder de gebruikmaking van deze Gift verloren bleven, dronken van dat Levende Water. Zij hoefden voortaan verder niet meer te vrezen en wat voor hen overbleef was de verwondering om zoveel onverdiende Genade.

Veel mensen gingen echter heel anders met de Gift om. Ze begrepen niet dat het kistje levensbelangrijk was, sterker, dat het eeuwigheidswaarde had en dat het wel of niet gebruiken ervan hun eeuwige bestemming zou bepalen.

Zo was er een groep onderdanen die zich gingen toeleggen op het verzamelen van de kistjes als kunstobject. Vooral de oude en verweerde exemplaren hadden hun interesse. Ze verwonderden zich over de mooie houtsneden en de koperen scharnieren.

De kistjes kregen een plekje tussen allerlei andere curiosa, zoals een schilderij van een beroemd schilder, een antieke vaas en allerlei oude kostuums.

 

Een andere groep was geïnteresseerd in de verschillende handschriften. Ze bestudeerden de zinsopbouw en de grammatica van de teksten en schreven daar allerlei boeken over.

Ze wezen de mensen erop dat de taal op de kistjes van grote invloed geweest was op de ontwikkeling van de taal. Volgens hen verdiende het kistje vanwege de schoonheid van de teksten zeker een plaats tussen allerlei andere literaire meesterwerken.

Weer anderen hielden zich bezig met de kistjes vanwege het ethische gehalte van de teksten. Zij waren zeer deskundig in het uitleggen van de symbolische betekenissen. Zo moesten de teksten ook gelezen worden, zeiden ze, niet letterlijk natuurlijk. Het gaat om de boodschap van Goed en Kwaad, en hoe de wereld verbeterd kan worden door het voorbeeld van de hoofdpersoon.

 

Een groep nam de teksten wel letterlijk. Zij begrepen dat het kistje eeuwigheidswaarde had. Toch dronken ook velen van hen niet van dat Levende Water. Wel waren ze op allerlei wijze bezig met het kistje. Sommigen van hen zetten zich in voor de instandhouding van de oude taal waarin de teksten op het kistje geschreven waren.

Anderen schreven dikke handleidingen over het kistje, vooral over de vraag hoe het nu geopend moest worden, welke moeilijkheden er dan ondervonden werden en ook hoe je het Levende Water op een verkeerde manier kon drinken.

Zij analyseerden het Levende Water en beschreven wat de uitwerking ervan moest zijn. Zij toetsten ook degenen die zeiden dat ze gedronken hadden, aan de hand van de door hen opstelde criteria.

Weer anderen gingen zich afvragen of de Koning wel werkelijk meende dat iedereen gebruik mocht maken van het kistje. Want, dachten ze, het blijkt dat vele mensen het Levende Water niet dronken en, zo redeneerden ze, als de Koning dat werkelijk zou willen, dan zou hij er toch wel voor zorgen dat dat ook gebeurde?

Daarom waarschuwden zij de mensen om dat Levende Water maar niet zomaar te drinken, want het kon wel eens niet voor hen bestemd zijn. Wel riepen ze de mensen op om de teksten op het kistje te lezen en te beseffen wat een groot voorrecht het was om het te bezitten. Wat dat voorrecht dan precies inhield werd niet duidelijk, maar wel begrepen de mensen dat het hun straf veel zwaarder zou maken.

Vele boeken met de gedachten van deze mensen stapelden zich bovenop het kistje. De mensen namen deze boeken ter hand en hoopten dat ze door het bestuderen ervan de teksten op het kistje zelf zouden gaan begrijpen.

Ondertussen werden dagelijks onderdanen opgeroepen om voor de Koning te verschijnen. De Koning, nu in zijn hoedanigheid als Rechter, vroeg zijn onderdanen wat ze met zijn Gift gedaan hadden. Hij vroeg ze of ze van dat Levende Water gedronken hadden.

Wel, antwoordde een Kunstliefhebber verbaasd: “Levend Water? Hoe bedoelt u? Zat dat dan in dat Kistje? Nooit geweten!”                

De Koning zei: “Ga weg van mij.”

Een Taalkundige antwoordde op de vraag: “Was dat Kistje dan echt van u? Nooit over nagedacht!”

De Koning zei: “Ga weg van mij.”

Een moralist keek erg verbaasd: “Waar was dat dan voor nodig? Moet u kijken wat ik gedaan heb. Vergeleken met vele anderen heb ik het er vrij goed van afgebracht!”                            

De Koning zei: “Ga weg van mij.”

Er verscheen ook een kind, een meisje van zo’n negen jaar. “Wat heb jij met het Kistje gedaan, mijn kind?”, zo vroeg de koning. “Gedronken van het Levend Water, Heer, dat er stond er toch?” sprak het meisje, enigszins verlegen.                                              

De Koning zei: “Kom binnen, jij, die mijn wil deed.”

Toen verscheen er een orthodoxe Van-Bodem-Tot-Deksel onderdaan voor de Koning. Op de vraag van de Koning antwoordde hij, zelfverzekerd bijna: “Nee Koning, ik wist niet of het Levende Water wel echt voor mij bestemd was. Trouwens, de Handleidingen vertelden me dat ik het Water niet zelf kon drinken en dat, als het al voor mij bestemd was, U er zelf wel voor zou zorgen dat ik het zou drinken. Dat is niet gebeurd, hoewel ik daar wel veel om gevraagd heb...”               De Koning zei: “Ga weg van mij.”

De man riep nog: “Maar Koning, ik heb me heel mijn leven in gezet om ervoor te zorgen dat de teksten op het kistje in een oude vertaling uitgegeven zouden worden!”                                

De Koning zei, wat luider nu: “Ga weg van mij.”

Weer riep de man: “Mag ik dan nog even terug naar Kosmos om de mensen te vertellen dat U ze echt verantwoordelijk houdt vanwege het feit dat zij het kistje met Levend Water bezitten?”      

“Nee”, antwoordde de Koning “Dat staat er duidelijk op.”          

Toen zweeg de man en verdween.

En zo ging het door. Voortdurend werden inwoners van het land Kosmos opgeroepen om voor de Koning te verschijnen. Tot hij, op een voor iedereen onverwacht tijdstip, de doek des tijds oprolde en de eeuwigheid aanbrak. Het land werd eindelijk gezuiverd van alle kwaad en de Koning regeerde tot in alle eeuwigheid.

Dit artikel komt uit het boekje “Behoudend maar niet behouden”en is met toestemming overgenomen van de uitgever. We willenje van harte aanbevelen om dit boekje in de boekhandel te kopen. Titel: "Behoudend maar niet behouden". Auteur: Petrus Coudecercke ISBN-Nummer: 978-90-817228-1-0 – Prijs: € 8,95