Een dringende vraag:

HEB JE RECHTEN …..?

HEB JE PLICHTEN …..?

OF HEB JE ZE BEIDEN……??

We leven in een periode van de wereldgeschiedenis die heel bijzonder is. Een deel van de mensheid heeft zich tot ongekende hoogte op weten te werken. Wat kennis betreft, wat techniek betreft, wat geld en bezit betreft… Terwijl een ander deel, misschien wel grootste deel van de wereldbevolking, helemaal niets heeft.

Iets anders wat onze tijd kenmerkt: We komen zo graag op voor onze rechten. En dat mag natuurlijk ook! Het is beslist niet zo dat een klein gedeelte van de mensen rechten heeft en dat een ander deel vertrapt wordt. Hierbij denk ik bijvoorbeeld aan de rechten die de vrouw verworven heeft. Een vrouw was in bepaalde gebieden bijna rechteloos. Er zijn inmiddels heel wat rechten verworven. Maar meestal met geweld en met protesten en demonstraties. Een ander gevaar is dat we wel de rechten opeisen, maar de plichten vergeten. Helemaal weg demonstreren. We zien in onze samenleving dat het bijzonder goed dat we de juiste verhoudingen aanhouden.

Een vraag die kan rijzen is de volgende: “Hoe gaat de Bijbel om met rechten en plichten?”

Als je dan wat gaat zoeken kom je verrassende dingen tegen. Dan zie je bijvoorbeeld dat de Apostel Paulus hier meerdere keren over schrijft. We nemen nu een klein gedeelte uit een brief van Paulus. Hij schrijft dan over het “brede gezinsleven”. Dan gaat het om ouders en kinderen, maar ook over mensen die bij hen werken.

Colossenzen 3:17 tot 4:1

En al wat U doet met woorden of met werken, doe het alles in de Naam van de Heere Jezus, dankende God en de Vader door Hem.

U, vrouwen, weest uw eigen mannen onderdanig, gelijk het betaamt in de Heere.

U, mannen, hebt uw vrouwen lief, en wordt niet verbitterd tegen haar.

U kinderen, zijt uw ouders gehoorzaam in alles, want dat is de Heere welbehaaglijk.

U vaders, tergt uw kinderen niet, opdat zij niet moedeloos worden.

U dienstknechten, zijt in alles gehoorzaam uw heren naar het vlees, niet met ogendiensten als mensenbehagers, maar met eenvoudigheid van, vrezende God.

En al wat U doet, doet dat van harte als voor de Heere en niet voor de mensen;

Wetende, dat U van de Heere zult ontvangen de vergelding der erfenis; want U dient de Heere Christus.

U heren, doet uw dienstknechten recht en gelijk, wetende, dat ook U een Heere hebt in de hemelen.

Dat zetten we even op een rij;

Vrouwen …mannen…

Kinderen….ouders…

Bazen… knechten…

Alles wat Paulus in dit gedeelte zegt staat in het eerste vers benadrukt: En al wat U doet met woorden of met werken, doe het alles in de Naam van de Heere Jezus, dankende God en de Vader door Hem.”.

Hij wijst voor heel het brede gezinsleven op de bron van alle wijsheid en liefde; Jezus. Waar Jezus Christus het hoofd is daar kunnen we niet langer ons eigen wil doordrijven en volhouden. Ons eigen wil kan daar niet meer de baas zijn. Er is een grote vraag in het leven gekomen: “Heere, wat wilt u dat ik doen zal. Heere wat wilt U”.

Daarom richten deze woorden van Paulus zich steeds weer naar twee kanten tegelijk; naar mannen EN vrouwen, ouders EN kinderen, baas EN knecht… Mooi om die dingen te zien! Zo breed is Gods Woord. Zo breed is Gods liefde. Hij rukt geen verbanden uit elkaar, maar verbindt mensen juist in hun levenssituaties.

Hij stelt ons, als mensen in de verbanden van het leven samen tegenover Jezus Christus, de Heiland voor de wereld. Dat is hoopgeven maar ook vragen om plichtsgetrouwheid.

In onze wereld van vandaag is er veel verwarring in de onderlinge verhoudingen. Huwelijken die stuk lopen door de druk van het leven. Gezinsverhoudingen die op zeer gespannen voet staan. Kinderen die op geen enkele manier meer respect hebben voor hun ouders. Ouders die op geen enkele manier meer weten om te gaan met hun pubers. Werknemers en werkgeven die elkaar als concurrenten zien…Psychologen en psychiaters die helemaal geen raad meer weten om door de stroom hulpzoekers heen te komen,

Weet u; we zijn te ver afgeweken van het standpunt van Paulus… NEE! Maar we zijn afgedwaald van het standpunt van Gods Woord. Dat is de diepste oorzaak van de hopeloze verwarring in de onderlinge verhoudingen. Er wordt (bijna) niet meer gevraagd wat Gods wil is in ons leven. In heel veel gezinnen wordt helemaal niet meer gerekend met God. Zelfs in de gezinnen van kerkelijke mensen is dit probleem aanwezig. Dan gaat de zelfzucht regeren. Dan worden we dictators en heersers over de ander.

Dit veroorzaakt ook de huwelijksnood van veel jonge vrouwen, en de bitterheid die daardoor ontstaat bij de mannen omdat ze niet weten het op te lossen. De psycholoog lost het op??? Hoe zal een jonge vrouw de problemen op kunnen lossen van mensen van 40 jaar en ouder? Het lukt echt niet. Met alle gevolgen van dien. Het ergste is dat al deze vragen grote problemen oproept bij de kinderen. In veel gevallen komen zij als derde partij met veel verwondingen aan in de wereld van de volwassenen. Daardoor kunnen ook zij weer geen problemen oplossen of opvangen.

Het verwoest de sfeer op de werkvloer, de situatie in de klas, de liefde in de kerk… en ga zo maar door.

Alle aangeboden geneesmiddelen falen… dan maar aan de antidepressiva! Maar dan raken we nog verder van huis. Er is maar één hulpbron: de Bron; Jezus Christus. Zijn raad opvolgen, de weg gaan die Hij wijst. Ik ken een psycholoog die vraagt voor hij een patiënt in behandeling neemt eerst of hij of zij onvoorwaardelijk wil instemmen met het Woord van God. Is het antwoord “NEE” dan wordt er geen behandeling begonnen. Is het een weifelend  “JA” dan is er eerst een diepgaand voorgesprek.

De partijen waartussen de verwarring is gegroeid, moeten samen op de knieën. Samen buigen voor de Heere Jezus. Samen hulp zoeken bij Hem die alleen echt helpen kan. Samen op pad. NEE! niet de ander voor de voeten gooien dat hij of zij alles verkeerd doet. maar samen schuld belijden aan elkaar en aan de Heiland. Waar Hij als de grote Autoriteit wordt aanvaard, daar komen oplossingen voor de problemen. Daar komt rust en vrede. Al zal op onze zondige aarde volmaakte vrede nooit komen. Maar vragend naar de wil van God, luisterend naar Jezus liefdevolle stem, zal er een sfeer van vergeving, verzoening ontstaan. Dat is wat Paulus wil bereiken de Colossenzen. En bij ons vandaag. Een Christen-gezin is iets anders dan een gezin zonder contact met de Bijbel.  

De Bijbel wil ons leren (God Zelf wil ons leren) dat we rechten hebben, veel rechten… maar ook dat we plichten hebben. Echte verplichtingen tegenover de wereld waarin we leven, tegenover onze kinderen, tegenover onze ouders, tegenover onze regeerders, tegenover God.

Als we in dat besef gelovigen zijn, kunnen we iets betekenen voor onze gezinnen, voor onze kerken, voor onze scholen... en voor heel onze maatschappij. Dan hoeven we niet de grote man of vrouw te zijn, niet de grote prediker die het eens even zal vertellen... Dan kunnen klein zijn met de kleinen, genieten van onze rechten, die we echt wel hebben, Maar dan beleven we onze plichten als plichten tegenover God en mensen, Heilige plichten.