Jezus liefde is liefde tot het einde..

Het is heel fijn om eerst even Johannes 13 : 1-20 te lezen.

Alzo Hij de Zijnen, die in de wereld waren, liefgehad had, zoo heelt Hij hen liefgehad tot het einde. Johannes 13 : 1

Deze tekst is een eerlijk opschrift boven de lijdensweg die Jezus is gegaan. Er is ook geen beter opschrift te bedenken. “Liefde tot het einde”: dat betekent niet liefde tot aan het einde van Zijn leven… maar het wil zeggen: liefde tot in de diepste diepte. Liefde die zich volkomen geeft, liefde die door niets en ook echt door helemaal niets kan worden tegengehouden.

Liefde voor de zijnen was de zin en inhoud van het leven van Jezus, maar deze liefde voor de Zijnen vulde ook de omgang met de discipelen gedurende de drie jaar dat Hij met hen omging op aarde. Maar nu, vlak voor zijn sterven, vlak voor Zijn heengaan tot den Vader, ontsluit Hij hun zijn hele hart. Geeft Hij alle diepste geheimen van Zijn liefde bloot.

De gouden glans van Gods heerlijkheid, die Hem wacht na de zeer donkere lijdensweken,  omkranst Zijn gelaat, Zijn ogen zijn blinkende, Zijn stem is vol liefde, Zijn hart stroomt over van vreugde en blijdschap als Hij in deze laatste uren van Zijn  aardse taak doorbrengt met Zijn discipelen. Hij bindt de zijnen door zijn oneindige liefde zóó sterk aan elkaar en aan Zichzelf, dat dood noch hel, zorg noch verdriet, pijn noch angst hen van Hem scheiden kunnen.

Eén van onze dichters heeft het zo mooi geschreven: “O vlam van passie in dit koud heelal!”

Hij blaakt van liefde, nu Hij zichzelf gaat geven, Hij vergeet zichzelf om alleen aan de zijnen te denken. Ja… en dan moet je er bij bedenken dat dit niet alleen is voor Zijn discipelen, maar voor allen die in Hem geloven en nog gaan geloven. Geen mensenkind is van die liefde uitgesloten. Het is een oneindige liefde. Een eeuwige liefde. Een onuitsprekelijke liefde. Daar mag je bij wegdromen als je dit stukje in de Bijbel leest.

Niets op aarde is met die liefde te vergelijken. Als alle liefde, die in mensen woont… alle liefde die op aarde naar buiten komt, is niet meer dan een armzalig beetje. Onze liefde is zo vaak gemengd met zelfzucht, op ons zelf gericht. In ons verdriet denken wij alleen aan onszelf… in onze blijdschap zijn wij vaak heel niet zo fijngevoelig naar anderen toe. Een kleinigheidje kan onze „lieve” mond al allerlei hatelijke woorden doen uitspreken. Ons vriendelijk mondje kan heel goed samengaan met een afwijzend hart. 

Jezus' liefde is andere liefde. Is liefde voor Petrus, die Hem verloochenen zal, is liefde voor Thomas die straks vol twijfel zich afwend. Maar is ook liefde voor die jongen of dat meisje dat vanmorgen nog zei dat ze nooit meer naar de kerk gaat. Dat hij niet meer wil weten van de Bijbel… Is liefde naar jou toe: “Mijn zoon, Mijn dochter, geef Mij je hart. Waarom zou je toch verloren gaan. Bij Mij is het eeuwige leven”.

Daarvoor juist ging Hij sterven. Alleen om voor mensen de eeuwige heerlijkheid te verwerven. Kan deze onuitsprekelijke liefde van Jezus je hart koude niet verbreken?  Niets anders zal dat ooit kunnen. Zijn liefde alleen kan mensenharten ontdooien en verbreken… en in liefde ontsteken. In liefde tot je naaste, je man, je vrouw, je kinderen, je buurman, of wie dan ook.

Omdat deze grenzeloze liefde van Jezus er is, kunnen liefdelozen toch hopen. Brandende van liefde is Jezus Zijn eindeloos zware kruisweg gegaan. Brandende van Goddelijke liefde hing Hij later aan het kruis. Als die liefde ons door loutert dan gaat ook ons hart branden van liefde… liefde tot Hem Die Zijn leven gaf om ons van de dood te verlossen… Maar ook van liefde tot onze medemensen. Die liefde alleen bevrijdt ons van alle zelfzucht. Die liefde is sterker als de dood. Alle water van de wereld zal die liefde niet kunnen uitblussen. Die liefde is echte liefde, en echte liefde maakt ons leven vrij en rijk!

Jezus’ liefde maakt eeuwig zalig.

Halleluja!

Maar bedenk wel: GELOVEN IS EEN UITGAANDE DAAD!

 De uitgaande daad van het geloof (actus directus) is de daad van het geloof waarmee de gelovige uitgaat naar Christus en Hem als Zaligmaker begeert en aanneemt

 De wederkerende daad van het geloof (actus reflexus) is de daad waarmee de gelovige tot zichzelf terugkeert en van zijn gemeenschap aan Christus en al Zijn weldaden zekerheid heeft.

Vroegr werd deze uitdrukking vaak gebruikt. Het leidde ook tot een bepaalde vorm van prediking, die vervolgens tot zelfonderzoek leidde en in de praktijk vaak toegepast werd als een mogelijkheid om te onderzoeken hoe ver je al was op de weg van het geloof. Deze prediking heeft veel onzekerheid en twijfel veroorzaakt.

Ik wil in dit verband deze uitdrukkingen gebruiken om aan te geven: "Je kunt niet gaan zitten wachten tot  "HET" een keer komen zal. In de Bijbel word geloven en bekeren altijd als een actie onder de aandacht gebracht. Evenwel mag dit weer niet leiden tot een heftig activisme waarin het werk van de Heilige Geest helemaal naar de achtergrond verdwijnt.

Lijkt allemaal heel moeilijk maar in de praktijk is dat niet zo. Het één volgt op het ander of misschien kan ik beter zeggen: het één is een gevolg van het ander.