website voor iedereen
Buig nú het hoofd, Christenen van Nederland, en schaamt u!Een dagtekst in ons dagboek zette me aan het denken; Het dagboek is geschreven in de dertiger jaren van de vorige eeuw, maar raakt precies de zere plekken aan in de Christelijke kerken van vandaag.
De tekst was maar heel kort: “Deze allen waren eendrachtelijk volhardende in het bidden en smeken. Handelingen 1 : 14a. Het gaat in deze tekst om de discipelen en de vrouwen die samen de aanzet vormden voor de Nieuw Testamentische kerk. Het begin van het zichtbare deel van het nieuwe Koninkrijk. Het Koninkrijk van vrede, het Koninkrijk van Jezus Christus.
Deze mensen hadden het begrepen!
Twee heel indrukwekkende dingen hadden ze van Jezus gehoord om voor heel hun leven te onderhouden, te onthouden, te betrachten en in praktijk te brengen. Vooral in de gemeente van Christus.
Het staat in de volgende teksten: Johannes 13:34, Een nieuw gebod geef IK u; ”Dat u elkaar liefhebt; zoals IK u liefgehad hebt, dat ook u elkaar liefhebt….”Wat denk je wel? Een nieuw gebod. Geen verzoek, geen goede raad, geen preek. Maar een GEBOD! Dat was Jezus, Die dit zei!
De andere tekst is zo mogelijk nog indringender:Johannes 17:20,21, … Ik bid niet alleen voor dezen maar ook voor degenen die door hun woord in Mij geloven zullen. Opdat zij allen één zijn, zoals U Vader, in Mij en Ik in U, dat ook zij in ons één zijn, opdat de wereld gelooft dat U Mij gezonden hebt”.
Opvallend! Indrukwekkend. Kerkelijke wereld wilt u luisteren! Deze tekst is uw Openbare Aanklager. Die u aanklaagt bij God. Uw verdeeldheid, uw versplintering, zijn uw aanklacht bij God. Door deze verdeeldheid en versplintering schrijven ongeloof en bijgeloof u de wet voor in uw eigen huis en wat nog erger is: ook in Gods huis.
Allerlei regels en voorschriften die niet uit de mond van de Heiland gekomen zijn, legt u elkaar voor de voeten. En niemand die vraagt wat het Woord van God ons zegt. De ander telt niet mee. De ander is verkeerd en wordt verketterd. Wie telt het getal van de kerken, kerkjes en op zichzelf staande gemeenten, die zich allemaal de naam “Gemeente van Christus” toe-eigenen. Ja, ik bedoel ook de kerken die zich sieren met de naam “Gereformeerd”. En de één verdraagt de ander niet. We strijden over hoeden en broeken, over kleur en kleren. Over muziek en leer. Over sieraden en “zware” of “lichte” preken. We eren oudvaders en vergeten Gods Woord. We bruisen van nieuwe opvattingen voor zending en Evangelisatie. We wijzen die kerk aan als te wettisch, de andere als te zwaar, de andere als te licht…
We hebben ons voorgangers toegerust om te passen in ons kerkpatroon…. Terwijl ons Hoofd, Jezus, bad èn bidt: „Opdat zij allen één zijn.”
Allen-één-zijn.
Niet “een beetje kunnen omgaan met een kerk die bijna hetzelfde is als de onze”. Niet eisend dat die ander “terug komt”. Niet neerziende op die andere groep mensen, zondaren…. Maar gelijk zijn aan hen: “Eén ding is nodig; Jezus kennen als Verlosser”. Niet schimpen op die ander waar het zo gemakkelijk gaat. Niet verachtelijk kijken naar die mensen die zo zwaar zijn. Maar één zijn. Geen valse beschuldigingen uiten om zelf beter te lijken. Niet elkaar ongegrond en hatelijk beschuldigen van verkeerde bedoelingen.
In onze dagtekst zijn de discipelen en de vrouwen die Jezus volgden, bij elkaar in een hechte eenheid. Ze zien uit naar de komst van de Heilige Geest. Eensgezind en één in Christus Jezus, verbonden. Lieve vrienden, broeders; DEZE eensgezindheid missen we in de Christelijke kerken. Als ik dit neer schrijf is dat niet een “spugen in de bron waar je vroeger zelf uit gedronken hebt”, maar met pijn in mijn hart omdat we zo heel ver van die liefdevolle eensgezindheid afgedwaald zijn.
De discipelen en de vrouwen die bij hen zijn, brengen hun tijd niet door met zinloos gebabbel of met lege twistgesprekken, of schimpen op Judas die het zo verkeerd gedaan had, of terechtwijzen van Petrus die toch ver mis gezeten heeft. Ze vragen niet wie de meeste is, wie de belangrijkste is, wie de beste is.
Ze praten over de beloften van het Oude Testament… en vooral over de belofte die Jezus Zelf gaf. Die heel bijzondere belofte: “U zult de gave van de Heilige Geest ontvangen”.
Hoe zal dat zijn? Bij Zijn afscheid heeft Jezus hen beloofd dat ze de Heilige Geest zullen ontvangen. En ze bidden. Ze volharden in het gebed. Ze bidden eendrachtig. Ze zien er verlangend naar uit. Ze bidden èn smeken. Vol vuur… en met liefde voor elkaar… En in eensgezindheid… En een verlangen naar God. Dat is bidden! Niet in ons eigen stekkie bidden om de dingen die we zo graag hebben. Maar samen met anderen het “gebeds-net” uit werpen aan die andere kant. Samen bidden, samen zingen, samen zoeken naar de Heilige Geest, de Geest van Pinksteren. En dat kan alleen als we samen leven met het Woord van God als hoofdlijn in ons bestaan.
Daar hebt u de voorwaarden, waaronder de Heilige Geest tot ons wil komen. Ook op het komende Pinksterfeest. Laten we over dat feest toch waken. Er is een gemompel om de tweede Pinksterdag in te ruilen voor een algemene vrije dag. Foei! Pinksteren is geen vrije dag, geen vakantiedag, maar een dag om God te eren. Een dag om ons te laten bearbeiden door de Geest van God.
Ik wil iets heel figuurlijks neerschrijven: Het zijn de laatste dagen voor Pinsteren 2017. Een enkeling bidt tot de Heilige Geest of Hij Zich rijkelijk wil uitstorten over de gemeente van Christus. Maar lieve mensen waar moet die Geest dan naar toe? Over welke kerk moet Hij zich uitstorten? Over de PKN, Herstelden, Ger Gem, Ger Gem in Ned, Baptisten, Oud Ger Gem, Pinkstergemeenten, Adventisten…. Zegt u het maar! Begrijpen we het probleem. Hij wil komen en werken en wonen waar het zo is als in die eerste gemeente in Jeruzalem. Hij is de Geest van liefde en eensgezindheid. Wij willen dan eerst uit gaan zoeken of die kerk er wel goed genoeg voor is. We bedoelen dan: “Of wij die kerk goed genoeg vinden”. We veroordelen anderen en iedereen wijst zijn of haar kerk aan als de kerk waar de Heilige Geest met vreugde kan wonen en werken… Maar zijn wij wel de enige ware, liefdevolle kerk? Durf het u eens af te vragen nu, net voor Pinksteren. Zijn wij echt liefdevol en eensgezind naar anderen en met anderen?
Voorgangers, predikanten, dominees, ouderlingen, diakenen, priesters, bisschoppen, evangelisten… Durven we het aan om onze gemeente, onze kerk te laten examineren en te onderzoeken door de Heilige Geest? Niemand heeft er behoefte aan om alle misstanden in onze Christelijke gemeenten op te gaan sommen. Maar ik heb een vermoeden dat we ieder in ons eigen kerkelijke gemeenschap boven de tien misstanden komen… Naar welke gemeente moet de Heilige Geest dan komen met Pinksteren?
Als u verlangt naar een glorierijk Pinksterfeest moet u wel eerst aan de schoonmaak in je eigen hart en leven. Alle schimpen op anderen stopzetten, alle verdachtmakingen van andere voorgangers beëindigen. Nooit meer denken dat u de beste kerk bent. Nooit meer denken dat u alleen de waarheid preekt. Nooit meer zo liefdeloos de vloer aanvegen met jonge mensen die vragen hebben, nooit meer iemand veroordelen zonder dat je met hem gesproken hebt.
Dan moeten we eerst beginnen met elkaar lief te hebben. Allemaal, ook die man of vrouw, voorganger of gemeentelid van een heel andere signatuur als ik. We moeten als voorganger beginnen met Jezus te preken, dat is het bevel van God. We moeten Gods liefde tot een verloren wereld uitstallen. Gods onbegrijpelijk barmhartigheid en genade willen zien en niet onder de tafel schuiven.
Als we daar aan gaan werken, gebeuren er wonderen! Christus Jezus is niet dood, maar leeft. De leden van Zijn gemeente, de voorgangers incluis, zijn vaak zo dor en doods, zo liefdeloos en hard, zo afwijzend en veroordelend dat de mensen er van schrikken. En de Heilige Geest schrikt hier ook van af, met eerbied gezegd.
Wilt u gezegende Pinksterdagen beleven? Houdt dan uw tong in toom over anderen… Loof de Heere om Zijn genade gave; de Heilige Geest… Prijs God om het wondere geschenk dat Hij gaf in Jezus Christus…
Smeek God om liefde in uw hart naar alle mensen om u heen en ver weg… Zie om naar de verlorenen en verlatenen die geen helper heeft…
Buig uw knieën, maar dan vooral de knieën van je hart, voor God en bekeert u tot Hem met heel uw hart. Wacht zo op de gave van de Heilige Geest.
Niet vluchtig en vormelijk, niet met haat en afkeer naar anderen in uw hart. Maar liefdevol opstellend naar de ander. Samen zoekend naar God en het werk van de Heilige Geest. Vervult op deze wijze de wet van Christus: Dat u elkaar liefhebt!
God geve ons genade en ootmoed, liefde en eensgezindheid om Pinksteren te kunnen ervaren als een FEEST-DAG.
Gezegende Pinksterdagen.