Gods onbegrepen wegen

GODS WEGEN ZIJN SOMS HEEL ONBEGRIJPELIJK

Vervolg op: “HET EINDE VAN EEN LEUKE AUTORIT”

Let er op hoe de Heere dwars door alles heen de leiding heeft in ons leven!                                        

Op zaterdag was de Bijbelwinkel in Tilburg altijd gesloten. Maar deze zaterdag besloot ik de winkel te openen. We waren twee weken met vakantie geweest. Wie weet hoeveel mensen er tevergeefs aan de deur waren. De winkelbel ging, ik er heen. Daar stond een vriendelijke man, een echte Tilburger. Hij vroeg om een Bijbel met rits. Ik liet hem een Bijbel zien en hij vertelde dat in het dorp waar zijn broer pastoor was, een ernstig ongeluk had plaats gevonden bij een van de gezinnen in diens parochie. Hij vertelde hoe in die familie de vader dit jaar was overleden en ook een zoon, nu de tweede zoon. Ik luisterde en toen hij uit gepraat was, vertelde ik, dat we dit ongeluk hadden mee gemaakt en dat mijn man aanstaande dinsdag op de begrafenis, bij zij broer in de kerk, de preek zou doen. Met grote ogen en een en al interesse luisterde hij. Er sprong een vonk over: er ontstond vertrouwen naar ons toe en na een lang gesprek gingen we uit elkaar. Niet wetend hoe het contact in de toekomst zou zijn of worden. Ik had hem uitgenodigd om zondag naar de Plataanstraat te komen. Daar hadden wij in die tijd onze diensten nog.

                        Pastoor A Pigmans en zijn kerk in Liessel - Noord Brabant

En werkelijk! Die zondagavond was hij in de dienst bij ons, in het gebouwtje van het witgele kruis. Daar hadden we onze diensten bij gebrek aan een eigen gebouw. Het was een verrassende, blijde her ontmoeting. Alsof we elkaar al jaren kenden. Het was vertrouwd. Na de begrafenisdienst in de kerk van zijn broer verdiepte het vertrouwen en we hadden een warme vriendschap. Hij is het verdere van zijn leven één keer per zondag bij ons blijven komen. ’s Morgens naar zijn eigen kerk en ’s avonds bij ons. Er ontstond een hartelijke band, “Gullie zijt onze familie”, kon hij zo hartelijk zeggen. Zo gingen we ook met elkaar om. Zij leefden met ons gezin en de gemeente mee, en wij beleefden alle familie gebeurtenissen met hen mee. Ook met zijn vrouw groeide een band en heel wat uren hebben we aan de ronde keukentafel met elkaar zitten praten. Over het boerenleven, over het leven van een melkboer huis aan huis. We leerden het gezin kennen en aan die tafel leerden we steeds meer over het Brabantse leven, de Brabantse gebruiken, hoe de boeren families in elkaar staken. Ook leerden we veel meer kennen van het Rooms Katholieke geloofsleven. Het leven in de stad, het leven op het platteland. Het leven in de kloosters…

“Ik ben Calvinistisch Katholiek opgevoed”, vertelde hij vol trots. “Mijn ouders waren diep gelovige mensen”. Een van de voorbeelden: “Op zondag mochten we niet gaan voetvallen, dat was de dag van God”. Ze waren van huis uit trouwe en betrokken kerkgangers. Behalve zijn broer die pastoor was, had hij ook een zuster in het klooster, beiden hadden hun leven aan God gewijd. We hoorden de verhalen uit het klooster en leerden meer over “rijke roomse leven”. Met diep respect en liefde sprak hij over zijn ouders. Hoe vader op het land werkend, ineens kon zeggen: “Jongens, op je knieën, eerst een ogenblikske voor God”.Dan hield vader de pet voor zijn ogen en ze baden gezamenlijk.Ziet u het voor u: Op de akker, een paar mensen op hun knieën, mensen die God dankten voor alles wat Hij gaf.

Toen hij een opgeschoten jongen was begon hij melk te venten in de stad. Dat leverde allerlei bijzondere ontmoetingen op. Eén van deze ontmoetingen heeft een stempel op zijn leven gezet. In de Pius haven, de haven midden in Tilburg lag een grote schuit uit Werkendam. Als hij bij die schuit kwam, moest hij met de klomp op het dek tikken en dan werd een luik omhoog getild. Een vrouw in het zwart, met een apart mutsje op, gaf haar pannetje voor de melk. Altijd zei ze iets goeds van God. Dat trof hem bijzonder. Hij ging graag naar de schuit, daar was iets waardevols.

Ze lagen er om de haven en het kanaal uit te baggeren. Zes weken hebben ze daar gelegen, zes weken hoorde hij iedere dag iets goeds over God. Zomaar een zinnetje meestal. Deze zinnetjes werden opgeslagen in zijn geheugen. Hij vertelde het ook steeds aan zijn vader.God heeft deze vrouw in het leven van onze vriend willen gebruiken om hem begerig te maken naar meer over God en over Jezus. Hier ligt voor ons een heel diepe les en een opdracht: “Leef met de Heere, straal dat uit en vertel ook iets goeds van de Hem. Wees een lichtend licht en geen stinkend, smeulend stuk hout. Wees een zoutend zout voor je omgeving. Graag wilde hij deze mensen later opzoeken, maar zijn vader zei: “Dat kunde ge niet doen, want protestantse mensen ontvangen op zondag geen bezoek”.

Maar op een dag zei zijn vader, werkend op het land: “Luister eens jongen, morgen is het “Maria hemelvaart”, dan hebben wij een vrije dag, maar de protestanten niet. Dan kunnen we de fiets pakken en die mensen bezoeken”.

Zo vertrokken ze de volgende dag naar Werkendam. Het was een prachtige dag en ze genoten van de fietstocht. In de haven van Werkendam vonden ze de schuit en werden ze hartelijk binnen genodigd. Het was een goed gesprek bij de koffie. Natuurlijk moesten ze ook blijven eten. De hartelijkheid en ongekunstelde liefde en de stralende openheid voor hen, Rooms Katholieken, heeft hij heel zijn leven mee gedragen. Heel wat keren hebben we het verhaal gehoord. “En diene mens zee, gullie blijft hier ook eten”. Gezamenlijk namen ze in de kleine roef, plaats aan tafel. De man nam zijn pet af en met de pet voor zij ogen bad hij om een zegen…. “En hij bidde ook veur ons”, zo vertelde hij dan.Dat is onvergetelijk voor vader en zoon geweest, een protestant die voor hen bad. Na de maaltijd, nam de man de Bijbel en las daaruit een gedeelte. Toen kwam in zijn hart al het vaste voornemen: “Op een keer koop ik ook een Bijbel”.

 En dat gebeurde nu op deze bewuste zaterdag. Jaren later. Tussen de middag kon je hem bij het kanaal vinden, als hij zijn boterham at; de Bijbel open. Vaak zijn handen gevouwen en zijn ogen gesloten in diep gebed of gepeins. Vooral Prediker en Spreuken waren voor hem lievelingsboeken. Dat hoorde bij hem, een denker, een warm mens. Eindeloos hebben we gepraat en nagedacht over “de ladder naar God”, hij stond op “den irste tree”… Zo drukte hij het uit dat hij maar beginner was.

Met diepe liefde leefde hij met de verdrukte kerk mee, alle mogelijke blaadjes las hij daarover. Heel wat giften zijn met een gebed en een traan over gemaakt. Zijn vrouw zei wel eens: “We moeten nog van de armen begraven worden, gij gift alles weg”.

Mee lijden met broeders en zusters was voor hem niet “medelijden hebben”. Maar in gedachten en met zijn gevoel echt mee lijden. Zonder overjas in de vrieskou werken. Nooit wanten aan. Iets mee voelen wat zij in de barre kou en ellende in Siberië mee maakten. We hebben veel gesprekken gehad over onze broeders en zusters in de verdrukkingslanden. Het gaf verdieping en meeleven naar elkaar toe en nooit werd er in onze samenkomsten vergeten om voor onze broeders en zusters te bidden. De dag dat George Vins uit de gevangenis kwam, onvergetelijk. Wat was onze melkboer blij, wat waren wij blij. God had gebeden verhoord. Met het kerstfeest van de verschillende Bijbelcursussen was hij er ook altijd. Een krat chocolade melk bracht hij dan in de keuken.

Hij genoot met volle teugen van de vele kinderen met hun ouders. Ook van elders kwamen er heel mensen met hun kinderen om het kerstfeest mee te maken. Het was een ware familiehappening. De kerk in de Lannerstraat was dan tjokvol. De meditatie, de Kerstliederen, de familie die met 3 trompetten mee speelde, “Mien met de mandolien”. Het Kerst verhaal dat ik las was altijd een hoogtepunt voor onze vriend en voor ons. Ook bij het kinderkerstfeest was hij er altijd. De eenvoudige, maar vaak aangrijpende verhalen konden hem tot tranen bewegen… En later praatten we er over na. Tot het laatst van zijn leven zij we hem blijven bezoeken….Blij waren ze dan, als we binnen kwamen…dankbaar… ”Gullie zijt onze familie”….. Hij is niet meer bij ons, hij is de weg gegaan die iedereen gaat… maar vergeten zullen we hem nooit. Zaai het woord van God maar uit, wat weten wij? God gaat Zijn Eigen ongekende weg in mensenlevens.

God brengt mensen op onze weg, wees een zegen voor die mensen. Wat beschamend als wij met mensen in contact komen en geen goeds van Jezus gezegd hebben, wij die als christen met hen gesproken hebben.

 Volgend verhaal:  een nieuw jasje