website voor iedereen
Het gebed zonder end, door Nicolaes Maes
Oorspronkelijke naam is 'Oude vrouw in gebed'. De kat onderin het schilderij dat aan het tafelkleed hangt kan zelfs de vrouw niet afleiden van haar gebed.
Dit werk van Maes werd ca. 1656 geschilderd en is Maes' meest bekende werk. Het is te zien in het Rijksmuseum te Amsterdam. In dit werk is goed te zien dat Maes een leerling van Rembrandt was, zeker in het gebruik van het licht.
Vreugde in de hemel…..
Eén van de liefste, maar ook pijnlijkste ontmoetingen in de loopbaan van ons werk was het contact met oma van der Bree. Lees mee en verwonder je over de dingen die de Heere doet.
Op een dag kregen we in Tilburg een heel lieve brief uit het Noorden van ons land.
Het was een hulproep van een lieve oude Katholieke dame.
Er ontstond een heel intieme en indringende correspondentie met deze oude zuster. Haar hele hoofd, maar ook haar hele hart zat vol vragen. Zij dacht dat wij haar goed zouden kunnen begrijpen omdat we werkten in een Katholieke stad.
Ze vertelde dat ze heel haar leven Katholiek geweest was en op hoge leeftijd de Heere had leren kennen.
Omdat wij tussen Katholieken leefden en er dagelijks mee omgingen en we ook in de kerk Katholieken hadden, zouden wij begrijpen hoe groot die verandering in haar leven was, zo was haar gedachtegang.
Door de vrij intensieve briefwisseling leerden we elkaar beter kennen en op een dag zijn we naar haar toe gegaan.
Wat een belevenis! Een lieve, oude dame, met prachtig zilverwit krullend haar en een lieve glimlach, begroette ons. Het was zo heerlijk en zo eigen, we kwamen gewoon thuis, bij oma. Ze vertelde hoe ze was opgegroeid. Ze deed alles wat de kerk voorschreef. Ze trouwde en nog maar een paar weken later, brak de oorlog uit, haar man werd naar Duitsland gezonden en zij bleef alleen achter. Zwanger van hun eerste kindje.
Toen het kindje geboren was, bleek het ernstig ziek te zijn. Ze heeft het tere, kleine baby’tje verzorgd, rozenkransen biddend en kaarsjes brandend voor Maria om het behoud van haar kind. Als ze het vertelt pak ik de foto die ze van haar kindje had staan even vast en ik keek naar het serene gezichtje. Haar man heeft nog bericht gekregen van de geboorte en het ziek zijn van hun kindje. Daarna heeft ze nooit meer iets van hem gehoord. Het kind stierf en ze bleef alleen achter. Een intens trieste en verdrietige periode volgde. Ze was niet onbemiddeld en samen met haar zus zette ze haar grote huis open voor weeskinderen. Vele jaren heeft ze als een moeder voor die meisjes gezorgd, tot het haar te zwaar werd en ze dit prachtige werk niet meer kon doen. De jaren gingen voorbij…haar zus werd ziek en kreeg elke dag een wijkverpleegster bij zich voor de verzorging. Die zuster straalde iets uit, ze was beminnelijk, liefdevol en vaak zei ze iets goeds van de Heere. Dat trof haar…ze ging uitzien naar de komst van de zuster, luisterde naar wat de zuster vertelde over de Heiland. En er werd een heimwee in haar hart geboren… het onbestemde… stille werk van God de Heilige Geest.
Toen haar zus overleden was, heeft ze een heel gesprek gehad met de zuster. Deze vrouw leefde met de Heere, ze vertelde haar daar toen ook over en wees er op dat ze in de Bijbel alles over de Heiland kon lezen.
Notabene zij had juist geleerd dat ze niet in de Bijbel mocht lezen. Maar ze begon met lezen en de Heere heeft dat voor haar gezegend.
Het was heel moeilijk om als streng Katholiek met de Bijbel te leven. Contacten vielen weg. Vrienden schuwden haar. Veel moest ze afleren, veel vragen had ze. De zuster bleef haar regelmatig bezoeken en op een dag is ze mee naar haar kerk gegaan.
Het was een reformatorische kerk, alles was nieuw en vreemd voor haar, maar ze dronk de woorden van de dominee in. De preek was brood voor haar hart. De zuster vertelde haar dat ze al die Katholieke dingen uit haar huis moest doen. Je kon als christen niet met heiligen leven. Ze deed het. Alleen een prachtig, fragiel vrouwen beeldje kon ze niet weg doen, Nee, ze aanbad het niet, ze verwachtte er niets van, maar de schoonheid van dit prachtige beeldje, daar genoot ze van. Dat leverde commentaar op, hoe jammer. Toen ze 82 jaar was heeft ze belijdenis van haar geloof afgelegd. Wat een bijzondere dag was dat in haar leven geweest. Met tranen in haar ogen van verwondering, vertelde ze er over. Toen kwam de dag dat ze naar een bejaarden tehuis moest. Zelfstandig wonen ging niet meer. Regelmatig bezocht een ouderling uit de kerk haar. Met diep verdriet vertelde ze ons verschillende keren, dat die ouderling toch zo mooi kon bidden. Nee, zij kon dat niet, ze kon er niet aan tippen…. Als ze toch ook zo zou kunnen bidden… net zoals die ouderling…
Jan vertelde haar dat de Heere zelfs het gekras van de jonge kraaien hoort, dat is echt geen mooi geluid, dan zou Hij zeker haar gebed horen.
Maar ze was niet te overtuigen. Het was in de tijd van de verdrukking onder het communisme en de vervolging van de christenen. Intens leefde ze mee met de verdrukte kerk. Ze kocht schriftjes en begon de Bijbel over te schrijven. Want, kijk; als het Bijbellezen hier soms ook verboden zou worden en ook hier de vervolging zou uit breken, dan had ze de schriftjes waarin Gods dierbare woorden stonden. Ze kon er zelfs anderen nog blij mee maken. Op een dag kwamen we er, ze had gehuild, haar ogen stonden diep verdrietig. Nu was het tegen Goede Vrijdag. Al dagen was ze veel bezig met het sterven van de Heiland. Hij, Jezus die ook voor haar aan het kruis was gestorven. Ze was er diep door ontroerd en op een dag was ze aan het stoffen. Ze nam het Maria beeldje in haar handen en met diepe liefde voor de Heere Jezus stofte ze het beeldje af…Maria, de moeder van Jezus. Het ging alleen om Hem, maar we mogen toch Zijn moeder eren zonder te vereren? Vol van de liefde voor haar Zaligmaker, vertelde ze het aan iemand van haar kerk die haar die dag een bezoekje bracht. En toen gebeurde het... een stortvloed van waarschuwingen, bestraffingen en vermaningen daalde neer op haar oude zilveren hoofd neer.
De woorden waren als mokerslagen in haar ziel….”Dat is rooms, dat is beelden verering, Maria verering…dat mag niet, dat is goddeloos”. Het bleef maar klinken…en ze kon geen woord uitbrengen, ze stamelde wat en de tranen stroomden over haar gerimpelde wangen. Had ze zo’n grote zonde begaan en ze had er juist heel haar hart in gelegd, nee niet naar Maria, maar naar Jezus. In haar nood riep ze ons te hulp. We hebben met haar gesproken, naar haar geluisterd en met haar gebeden. Wat een pijn, wat een onbegrip, wat een liefdeloosheid!
Niet zo heel lang daarna is ze ziek geworden en overleden.
Oud is ze geworden, heel oud. Veel moeiten en zorgen heeft ze mee gemaakt, maar, o wonder van ontferming en genade , ze heeft de Heere Jezus leren kennen. Als haar persoonlijk Zaligmaker. Haar Verlosser.
Ook voor haar zijn deze woorden van Jezus werkelijkheid geworden: “Vader, Ik wil, dat waar Ik ben, ook die bij Mij zijn, die U Mij gegeven hebt, opdat zij Mijn heerlijkheid mogen aanschouwen, die U Mij gegeven hebt, want U hebt Mij lief gehad hebt, voor de grondlegging der wereld”.
Wat een onuitsprekelijk wonder dat de Heere overal Zijn kinderen heeft, Hij gaat door!
Ook nu nog! Er zijn schapen die toegebracht moeten worden en het zal worden, één kudde en Eén Herder, Jezus Christus die Zijn hemelheerlijkheid verliet om te lijden en te sterven aan het kruis om zondaren zalig te maken.
….. Vreugde in de hemel om één zondaar die zich tot God bekeerd.