Jezus mijn Verlosser of mijn Rechter

HIJ, DIE KOMT....

Die deze dingen getuigt, zegt: Ja, ik kom haastelijk, Amen. Ja, kom Heere Jezus. Openbaring 22 :20

In den Adventstijd van de Christelijke Kerk, zoals wij die heden vieren, mag er geen sprake zijn van: “doen alsof we Jezus  geboorte op aarde nu verwachten”. Het Oude Testament zag op die manier naar Hem uit.

Nu is het anders! Hij is gekomen. We weten dat uit de Bijbel en ook onze jaartelling 2017 jaar na Christus, wijst het ons aan .We mogen ons niet met een zekeren zelfdwang weer verplaatsen in het gevoel van de gelovigen uit het Oude Testament. Helaas gebeurt dit maar al te veel.

Alles heeft zijn tijd. Het Oude Testament was de tijd van het uitzien naar de vervulling van de belofte dat er een Verlosser zou komen. En Hij kwam en word nu al 2000 jaar gepredikt. Stapje voor stapje aan allerlei volken op deze aarde. De gemeente is vaak erg laks geweest om het Evangelie van genade door te geven. Maar toch is het doorgedrongen tot zelfs diep in de jungle. Bij de indianen.

Wij leven tussen de Hemelvaart en de Wederkomst van Jezus Christus. Ook in de Adventsweken, de uitziende weken voor het Kerstfeest,  moeten wij ons bewust, zijn, dat wij leven in een heel concrete situatie. De situatie van dit ogenblik is heel bijzonder. De “wereld-genadetijd”, wil ik het graag noemen. Het is de tijd die de Vader gebruikt om mensen toe te brengen tot het koninkrijk van Jezus.
Wij zien ook wel uit naar de komst van de Verlosser. Maar als het goed is op twee manieren: 1) Zijn komst in ons hart en het hart van al de onzen.  2) Zijn komst op de wolken, als Koning en Rechter.

Daar zie je tegelijk het verschil tussen nu en het Oude Testament. Jezus komst verwachten we als een vuurpijl vol triomf.

Wij weten wie zegt: “Ja, ik kom haastelijk!”. Dat is onze Verhoogde Heere, dat is Hij Die op de commandobrug van de wereld staat en het stuurwiel van de vaart der volkeren in handen houdt. We weten ook wie er reageert met; “Ja, kom Heere Jezus”. In de tekst was dit Johannes en de eerste gemeenten. Nu zijn het allen die in Hem geloven. Dan denk ik aan een heel oude vrouw, een zuster, in Dordrecht. Wij bezochten haar in haar huis. Ze was ziek. Bij het grote raam in haar kamer stond een stoel een beetje vreemd opgesteld: met de voorkant naar het raam en de rug naar de kamer. Ik keek zeker een beetje vreemd naar die stoel, want ze reageerde met: “ja mijnheer van Dooijeweert, die stoel staat een beetje vreemd, maar ik zit daar zo graag. Als de Heiland terug komt zie ik Hem gelijk”. Is dat geen prachtige belijdenis van een beleefd geloof?

Jezus komt terug, als Koning. Daarom is het voor ons gemakkelijker om Advent te vieren dan eenmaal voor Israël. Zoals een zieke, wanneer er reeds symptomen zijn van beter worden, gemakkelijker hopen kan dan eerst, toen er enkel nog maar was het slopende ziek  zijn.

Daarom moet er in onze Christelijke Kerk groter blijdschap en inniger verlangen luiden in het antwoord: “Ja kom, Heere Jezus!”

En daarom moet er tegelijk meer durf en uitdaging liggen in onze houding tegenover de wereld-zonder-God.

Laat het weer geweten worden, dat ook onze beschaafde wereld een verloren wereld is. En laat het principieel weer gehoord worden, dat alle aangepast Christendom, dat denkt dat je van alles kunt zijn, en dan ook nog Christen, met die wereld verloren zal gaan. Alleen de christen die roept: “Kom Heere Jezus”, heeft toekomst. Heilige toekomst.

Gezegend Kerstfeest.