Echte liefde geproefd


Johannes 12:1-12

We gaan naar het Evangelie van Johannes.
EEN SCHRIJNENDE TEGENSTELLING: Joh. 11:57 OF 12:1-3
Vorige hoofdstuk eindigde met het absolute besluit om Jezus gevangen te en te doden. Waar komt deze tegenstelling uit voort?

Dit hoofdstuk brengt ons eerst heel nadrukkelijk in aanraking met de werkelijkheid van ons geloof en met brandende liefde voor de Heiland, mijn Verlosser.
Dit Bijbel gedeelte kun je met recht de kern van ons geloof noemen.
Niet het getwist over futiliteiten en allerlei menselijke instellingen vormen de kern van ons geloof. Maar de echte liefde.
We moeten daarbij een heel andere weg inslaan dan veel mensen in onze tijd doen.
Wat typeert onze tijd: Heel veel mensen, vooral jongeren “zoeken God”. Ze sloven zich uit om het aan God, aan de Heere Jezus een ook aan hun omgeving te vertellen. Iedereen moet het weten hoe lief ze God hebben en ook dat ze alles willen doen voor God en voor Jezus.

Eén heel belangrijk ding wordt vaak vergeten: Het gaat niet om mijn liefde voor Jezus. maar het gaat om Gods liefde, die je ziet in de komst van de Verlosser, Jezus Christus.
In dit Bijbel deel zijn mensen samen die hun hele hart en leven aan Jezus hebben overgegeven. Waarom? Dat is heel duidelijk: Ze hebben hun leven aan Hem te danken. Lazarus zijn tweede periode op aarde, bij zijn zusters. Maar ook Maria en Martha hebben hun leven aan Hem te danken. Speciaal hun geestelijk leven. Het “voor eeuwig van Hem” zijn.

Maria komt plotseling voor het voetlicht met een albasten fles van de duurste reukolie. Ze giet de fles leeg over Jezus. Voor Johannes is vooral opgevallen dat ze zelfs Zijn voeten zalft, vers 3. Met haar haren droogt ze Zijn voeten af.

Om Johannes 12:1-12 beter te verstaan, te begrijpen, en te beleven, roepen we de hulp in van een andere tekst uit de Bijbel. Titus 2 vers 14. Met de opdracht van vers 15
14 Hij heeft Zichzelf voor ons gegeven, opdat Hij ons zou vrijkopen van alle wetteloosheid en voor Zichzelf een eigen volk zou reinigen,
ijverig in goede werken.
15 Spreek over deze dingen, bemoedig en wijs met alle gezag terecht. Laat niemand u verachten.

Lees en herlees deze tekst heel aandachtig.
Lees ze ook eens hardop en denk na.
Wat gebeurd hier?
Wie heeft lief?
Wie heeft ze lief?
Wie had het eerst lief?
Ken jij deze ervaring. Dat hart verwarmende, hart verbrekende, hart verbindende?

Ken je die alles overweldigende liefde die Jezus ten toon spreidde in het leven van deze vrouw?

Ken je deze reactie die alle verstand aan de kant schuift: “Geef mij Jezus of ik sterf! Buiten Jezus is er voor mij geen leven meer mogelijk. Ik kan nergens de rust vinden die ik vind in Hem.
Hij heeft Zichzelf gegeven…. voor mij. Het ons is verandert in mij…..
Hij heeft MIJ vrij gekocht. Gekocht en betaald. Hij heeft voor mijn zonden betaald met Zijn heilig bloed. Hij heeft mij gemaakt tot één van Zijn eigen volk. gereinigd.

Bedenk enkele van de goede werken waar Jezus over spreekt en de tekst in Titus. Met name vers 2. Zijn deze goede werken hetzelfde als in Galaten 5:22?
Vers 15 in Titus 2 is een opdracht? Of een punt van onderzoek voor onszelf, ook nu?
-Let op waar ze zijn: Bij “Simon de melaatse”. Wat zou je bij deze man verwachten?

-Waar gaat het om in deze geschiedenis. -Wat gebeurt er met Judas in deze ogenblikken?
-Wie trekt er partij voor de vrouw? Is de handeling van deze vrouw een “GOED WERK DOEN?” -Waar komt haar handeling uit voort? -Hoe komt Jezus op voor deze vrouw?
-Hoe ziet Jezus deze handeling? Joh 12:7. Hoe kan dat? Wist zij wanneer Jezus ging sterven?
-Is deze geloofsrelatie ook vandaag mogelijk? Ken je het zelf?
-Waarom zal haar naam genoemd worden over de hele wereld? Zie Mattheus 26:13.
-Waar moeten we over spreken als we deze geschiedenis lezen?
-Wat wil het zeggen “tot haar gedachtenis”? Gaat het dan toch speciaal om deze vrouw?

Liefde was het, onuitputt'lijk, liefd' en goedheid, eind'loos groot.
Toen de Levensvorst op aarde tot ons heil zijn bloed vergoot.
Komt, laat ons zijn liefde prijzen! God geeft vreugd' en dankensstof.
Eenmaal zingen wij voor eeuwig in de hemel zijnen lof. 

Rijd als Heerser door de velden, Jezus in uw grote kracht.
Niets, niets kan U tegenhouden, zelfs de hel niet met haar macht.
Voor uw naam, zo groot en heerlijk zinkt de vijand weg in 't niet.
Heel de schepping, Heer, zal beven, als zij U, haar

Liefde was het, onuitputt'lijk, liefd' en goedheid, eind'loos groot.
Toen de Levensvorst op aarde tot ons heil zijn bloed vergoot.
Komt, laat ons zijn liefde prijzen! God geeft vreugd' en dankensstof.
Eenmaal zingen wij voor eeuwig in de hemel zijnen lof.