Opnieuw geboren - nieuwe werken

Voor een beginnend gelovige is dit een heel moeilijk te begrijpen gedeelte van het Bijbels geloven.
“Mijn goede dingen helpen niet voor mijn zaligheid…. Maar de Bijbel wijst ons uitdrukkelijk aan dat we goed moeten leven. Dat we “het goed moeten doen”.
De praktijk leert dat ook veel mensen die met de Bijbel opgegroeid zijn heel verkeerd denken als het over “goede werken” gaat. Toch is het nodig om er ons in te verdiepen. Ik zal proberen om u te helpen een dingen beter te begrijpen en helderder te zien. Lees het niet kritisch met de gedachte “maar zo is het niet” maar lees en overdenk met een biddend hart. Biddend om licht van de Heilige Geest in deze dingen.

Naar de persoonlijk vraag.
“Mijn persoonlijke vraag is: momenteel mag ik de Heere Jezus driekwart jaar kennen. Merk steeds dat ik zelf weer iets wil zijn voor de Heere en dat de Heere me er steeds weer bij moet bepalen dat het Christus is en Christus alleen. Ook dat het geloof een opgave is, maar tegelijkertijd kom ik er ook steeds meer achter dat het een gave is en blijft! En ook dat de Heere je steeds weer naar Christus toe moet trekken. Mijn vraag is of dit een verkeerde en/of onjuiste worsteling van mij is. Doe ik iets verkeerd waardoor ik die worstelingen heb?
Antwoord: Bij deze vraag hoort allereerst een korte opmerking. Jezus kennen is een zaak die te maken heeft met een nieuwe geboorte. Daarom wil ik dat er heel uitdrukkelijk bij betrekken om wat dieper op je vragen in te gaan…”

De kern van de vraag is: “Doe ik het wel goed? Kan het echt samengaan; Jezus kennen en nog zonden hebben?” Is mijn worsteling de worsteling die samen kan gaan met geloven in Jezus als mijn zaligmaker?

Wat is het een heerlijk wonder om de Heere Jezus te kennen als je Zaligmaker. Dat is het belangrijkste wat in je leven kan plaats vinden. Hem kennen, Die Zijn leven gaf om mij te redden van het verderf. Om mij met mijn God te verzoenen. Als dat even doordringt tot ons hart, dan is heel het universum één lichtstraal en zonneglans. Dat heerlijke weten: Ik ben van Hem en Hij is van mij!
Hooglied 6:3 Ik ben van mijn Liefste, en mijn Liefste is mijn, Die onder de leliën weidt.
Dan heb je ook maar één ding meer: Leven voor Hem. Hem groot maken, aanprijzen, Hem loven en met mijn hele hart dienen.
Maar dan komt de teleurstelling: “Maar ik heb nooit geweten dat er nog zoveel ongeloof en werkheiligheid in mijn hart zit.”
Iets willen zijn… Eva wilde alles zijn. Zijn als God. Dat was de oorzaak van de val.
Maar waar jij over spreekt is toch iets anders. Als je gaat beseffen dat God bestaat en dat God heilig is en als je dan bovendien God nog lief krijgt ook. Dan wil je van alles doen. Vooral in de begintijd van ons geloof is dat heel sterk. Ik kan het me nog zo goed herinneren. Dit beloven aan de Heere en dat beloven. Toen kwam de oude dominee van Dam preken. Een heel eenvoudige man. Maar een heldere boodschapper van Gods Woord.
Hij zei zo heel eenvoudig: “Houd nou eens op met die beweegoffertjes, die hebben toch geen waarde”. Beweegoffers waren een bepaald soort offers in het Oude Testament. Daar gaan we nu niet op in. Wil je er over lezen: http://www.christipedia.nl/Artikelen/B/Beweegoffer.
De dominee gebruikte de klank van het woord “beweegoffer” op een verkeerde manier. Maar hij sloeg hiermee de spijker wel op zijn kop. Hij bedoelde er mee te zeggen: “Het zijn offers die je brengt om de Heere te bewegen om goed en liefdevol voor je te zijn en je Zijn genade te schenken”. “Je hoeft God niet te bewegen”, zei hij dan. “God was Zelf al van eeuwigheid met ons bewogen. Daarom gaf Hij Zijn Zoon”.
Goede werken doen om de hemel te verdienen. Het is zo eigen aan ons mensen. Voor wat, hoort wat. Weet je: God schiep ons in een verbond. Het “werk”-verbond noemen we dat in de Reformatorische theologie. Het verbond had één voorwaarde: Doen wat God van ons vraagt. Met de val (Genesis 3) is dit verbond verbroken. Maar toch zit dat “willen doen” nog in ons bloed. Daarom krijg je voorvallen zoals ik regelmatig tegen kom: “Ik vind geloof heel gemakkelijk. Ik doe gewoon zo goed mogelijk mijn best en als God het dan nog niet goed genoeg vind dan zie ik het wel weer”.
Dit is: “Goede werken”, “goede “dingen”, doen om daar de hemel mee te verdienen. Er zijn ook andere “goede werken”: Het verlangen om te leven zoals God wil dat je leeft. Je leven toewijden aan de Heere God. Dat is wat de Heere verlangt van Zijn kinderen. Dat uit hun dagelijks leven blijkt dat ze Hem liefhebben.
En de hemel dan? Daar komt een mensenkind alleen uit genade om het sterven van Jezus en het geloof in Hem. Maar dat is geen beloning voor ons geloven. Het is een “genadegift” van God.
Ik denk dat jouw grootste probleem is dat je nog zonden in je hebt. Nog tot zonden geneigd bent. Daar had zelfs de apostel Paulus problemen mee… Het goede dat ik wil, dat doe ik niet… het kwade dat ik niet wil, dat doe ik. Hij zegt er bij: Dat is als een wet in mijn leven, een wet in mijn bestaan. Begrijp je? De grote worsteling van Paulus was niet: Ik moet veel goede dingen doen om in de hemel te komen. Maar… Ik wil leven tot eer van mijn Redder en Zaligmaker. Ik wil niet meer zondigen. Ik wil heilig leven. Dat is geen “werkheiligheid”, maar een reinigen van je leven. Zijt heilig want Ik ben heilig.
Als Paulus zondigde (en dat geldt ook voor ieder kind van God in onze tijd) dan was dat niet met vreugde, maar met pijn. Wel met vreugde in de zonde vallen , maar met pijn tot het besef komen dat je weer zondigde. Hij wilde niet meer zondigen. Nooit meer. En dan gebeurd het toch weer.
Het is net als met een mens die niet zwemmen kan. Als die in het water valt dan spartelt en ploetert hij om aan de kant te komen. Dat is iets heel anders dan met een vis. Als je die in het water gooit dan is hij in zijn element, Hij dartelt en stoeit en springt. Hij leeft!! Hij is vrij.
Zo is het ook met de zonden in het leven van een kind van God. Hij of zij ontdekt telkens weer zondigheid in zichzelf. En dat haat hij, dat wil hij niet. Nooit meer zondigen. Leven voor Jezus, dat is zijn of haar verlangen. Dit verlangen is een gevolg van een nieuwe geboorte. Het is een heilig verlangen. Een diep verlangen dat heel het leven beheerst. Maar helaas: die tot geloof gekomen man in Papoea Guinea zei:
“Missie, ik heb nu twee harten. Het ene hart wil alles goed doen en leven met Jezus. Het andere hart trekt me iedere keer weer naar de zondige dingen”.

“OPNIEUW GEBOREN WORDEN”
Het wezen en de gevolgen van de “wedergeboorte”.
In de Bijbel staat dit woord het meest indrukwekkend in Johannes 3:3.
“Jezus antwoordde en zei tegen hem: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Als iemand niet opnieuw geboren wordt, kan hij het Koninkrijk van God niet zien”.
(Herziene Statenvertaling)

Lees ook 2 Kronieken 33:9-16
En Handelingen 9:1-6, dan zie je in de praktijk wat er gebeurd. Maar lees dan ook Handelingen 8:26-40. Daar gebeurd hetzelfde maar op een totaal andere manier.
Voor al deze bekeringen geldt hetzelfde wat “wezen en gevolgen” betreft. En dat is samengevat in het onderstaande stukje lectuur.
Als we wedergeboren worden ervaren we hetzelfde als al onze broeders en zusters in alle eeuwen! Ook in de 21e eeuw!:

In het moment van de wedergeboorte plant de Heilige Geest het geloof in het hart.
De directe reactie is bekering.

In het moment van de wedergeboorte begint een nieuwe leven.
Voor de wedergeboorte is er geen zaligmakend geloof in het hart.

Opmerking vooraf:
Ik geef u een stukje door dat een paar honderd jaar geleden is opgeschreven. Het zijn wat oudere woorden en soms een beetje moeilijke zinsbouw. Het is in onze tijd heel gebruikelijk om dan tegelijk maar te roepen: “Geen dogmatiek! De Bijbel alleen!” Een pracht van een kreet. Maar heel vaak weten deze mensen op geen enkele manier uitleg te geven aan datgene wat de Bijbel ons aanreikt. Het is een opmerkelijk probleem van onze tijd dat we geen tijd meer hebben om te studeren. En het is juist Gods wil dat we studeren in Zijn Woord.
Ik neem zomaar twee teksten die voor de hand liggen:
Psalmen 10:4 De goddeloze, gelijk hij zijn neus omhoog steekt, onderzoekt niet; al zijn gedachten zijn, dat er geen God is.
De goddeloze onderzoekt niet. Niet onderzoeken hoort dus bij de “God”-loze wereld. En die komt tot de conclusie dat God niet bestaat.
Johannes 5:39 Onderzoekt de Schriften; want gij meent in dezelve het eeuwige leven te hebben; en die zijn het, die van Mij getuigen.
Niet alleen de Psalmendichter, maar ook de Heiland Zelf zegt dat we de schriften moeten onderzoeken. Bedoelt Hij dan de Bijbel? Die conclusie trekken we heel gemakkelijk omdat in de Statenvertaling dit woord met een hoofdletter geschreven staat. In de grondtaal is dit niet zo.
De “Schriften” die er toen waren, waren boekrollen door mensen geschreven, hierbij door Gods Geest geleid. Niemand had toen nog nagedacht over samenvoegen tot een complete Bijbel. Jezus raadde aan om te lezen wat honderden jaren tevoren opgeschreven was. Direct akkoord: voor ons is dat nu de Bijbel geworden. Maar sluit dan alles wat later door oprecht gelovige mensen is geschreven niet uit! Het zal u helpen om beter thuis te geraken in de dingen van ons geloof.

Ik heb in de loop van mijn leven heel veel gelezen en veel geleerd van mensen die vroeger leefden. Zij zijn niet belangrijker dan de Bijbel, maar zij leefden in een veel rustiger tijd dan wij nu. Vaak was het moeilijk te ontcijferen wat ze precies bedoelden. Maar het was heerlijk om door hen geholpen, dieper in alle dingen van ons geloof in te dringen.
Zij hadden (namen) tijd om na te denken en op papier te zetten wat ze leerden van de Heere onze God. Wij mogen daar nu nog steeds gebruik van maken en vruchten plukken. Vergeef het deze mensen dat ze in de spraak en spelling van die tijd schreven. Kijk daar doorheen en lees met een biddend hart wat zij neerschreven. Verhef het niet boven Gods Woord maar gebruik het om dieper in te dringen in Gods Woord.
Ik wil wel uitdrukkelijk er aan herinneren dat we ook in onze tijd zeer goede theologen hebben. Mensen die leven met de Heere God en dagelijks veel studeren in Zijn Woord. Als we al deze zegeningen, die God ons geeft, terzijde schuiven met de kreet: “De Bijbel alleen”, zijn we heel beslist totaal verkeerd bezig. Dan doen we de Heere veel verdriet.

Geschreven in 1618.
Eerst even naar het woord “uitverkoren” kijken; het woord positief lezen en er niet van maken “de enkeling” maar “de velen”;
Johannes 15:16 Gij hebt Mij niet uitverkoren, maar Ik heb u uitverkoren
Johannes 15:19 Indien gij van de wereld waart, zo zou de wereld het hare liefhebben; doch omdat gij van de wereld niet zijt, maar Ik u uit de wereld heb uitverkoren, daarom haat u de wereld.
Efeziërs 1:4 Gelijk Hij ons uitverkoren heeft in Hem, voor de grondlegging der wereld, opdat wij zouden heilig en onberispelijk zijn voor Hem in de liefde.

Dit woord, dit geloofsbegrip, dit Bijbels gegeven mag niet negatief uitgelegd worden. Het is geen muur in de religie maar het is open poort naar God. Het komt voort uit Gods liefde!

Het oude stukje:
Als God Zijn welbehagen in de uitverkorenen uitvoert, en de ware bekering in hen werkt, dan is het:
dat Hij niet alleen het Evangelie aan hen uiterlijk laat prediken,
en hun verstand krachtig door de Heilige Geest verlicht, opdat zij recht zouden verstaan en onderscheiden de dingen, die van Gods Geest zijn;
maar Hij dringt ook in tot de binnenste delen van de mens met de krachtige werking van diezelfde wederbarende Geest.

Hij opent het hart, dat gesloten is;
Hij vermurwt dat hard is;
Hij besnijdt dat onbesneden is.

In de wil stort Hij nieuwe hoedanigheden en maakt dat die wil…
die dood was, levend wordt;
die boos was, goed wordt;
die niet wilde, nu metterdaad wil;
die ongehoorzaam was, gehoorzaam wordt;
Hij beweegt en sterkt die wil zó, dat hij als een goede boom vruchten van goede werken kan voortbrengen

En dit is die wedergeboorte;
die vernieuwing,
nieuwe schepping,
opwekking van de doden
en levendmaking,
waarvan zo heerlijk in de Schrift gesproken wordt,
die God zonder ons in ons werkt.

En deze wordt in ons niet teweeggebracht door middel van de uiterlijke prediking alleen, noch door aanrading,
of zulke manier van werking, dat, wanneer nu God Zijn werk volbracht heeft, het alsdan nog in de macht van de mens zou staan wedergeboren te worden of niet wedergeboren te worden,
bekeerd te worden of niet bekeerd te worden.
Maar het is een geheel bovennatuurlijke, een zeer krachtige,
en tegelijk zeer zoete, wonderlijke, verborgen, en onuitsprekelijke werking, die, naar het getuigenis der Schrift in haar kracht niet minder noch geringer is dan de schepping of de opwekking der doden;
alzo dat al diegenen, in wier harten God op deze wonderbaarlijke wijze werkt, zeker, onfeilbaar en krachtig wedergeboren worden en daadwerkelijk geloven.
En alsdan wordt de wil, zijnde nu vernieuwd, niet alleen van God gedreven en bewogen,
maar, van God bewogen zijnde, werkt hij ook zelf.
Waarom ook terecht gezegd wordt dat de mens, door de genade die hij ontvangen heeft, gelooft en zich bekeert.
De wijze van deze werking kunnen de gelovigen in dit leven niet volkomen begrijpen;
ondertussen stellen zij zich daarin gerust,
dat zij weten en gevoelen,
dat zij door deze genade van God met het hart geloven, en hun Zaligmaker liefhebben.

Vanuit deze nieuwe geboorte ontstaat een geheel nieuwe mens.
Maar denk er om: “je kunt niet slapende rijk worden”.
Wat ik daar mee bedoel? Je kunt niet op een stoel gaan zitten wachten tot “het” een keer gebeurd. De Heere roept je op tot “bekering”.

Ik heb in mijn lesmateriaal een tekeningetje gemaakt om te helpen begrijpen hoe dat zit.

In dit schetsje zie je een man die wedergeboren is (het moment van de wedergeboorte is weergegeven door een verticale lijn. (rechtop door zijn lichaam) Voor zijn wedergeboorte zijn alle pijlen van zijn bestaan naar beneden gericht. Naar de aarde, vermaak, pret, genoegens en aan God denkt hij niet. Toch zie ik een klein pijltje naar boven gericht, naar God toe. Ja, dat was toen zijn moeder stierf. Toen dacht hij een paar dagen een God. Maar later ging zijn leven weer gewoon verder. God niet nodig. Zonden…? Och dat valt wel mee. Ik doe mijn best. En hij leeft weer verder in zijn bestaan zonder God.

Na de wedergeboorte zijn plotseling alle pijlen van zijn bestaan op God gericht. Zijn gedachten, zijn wensen, zijn vreugde, zijn hoop verwacht hij van God. Zijn hart gaat naar God uit. Hij verlangt naar Jezus. Hij verlangt om met Jezus te leven. En hij probeert de zonden uit te roeien in zijn leven.
Maar dan staat er toch weer een pijl naar beneden. Hij heeft gezondigd!
Maar let nu goed op: “Hij is in de zonde gevallen” Hij zocht het niet`, maar viel er door onoplettendheid zomaar in. Het grote verschil met voor de wedergeboorte: Toen leefde hij of zij in de zonde. Nu valt hij of zij in de zonde. De zonde overvalt hem of haar. Zie je het verschil?
Dit brengt de worsteling in zijn leven. Een worsteling waarin je vaak onder komt te liggen. Maar aan de andere kant ook een worsteling waar je vaak als overwinnaar uit mag komen. Door de kracht van de Heilige Geest.
Houdt maar veel je oog op Hem gericht, op Jezus. Bedenk wat Hij voor jou heeft gedaan. En worstel met vreugde verder. Eens is er de blijde dag van de eeuwige overwinning. Dan komen er geen pijltje meer naar beneden. Dan is alles vergeten. Dan zijn we bij Hem die ons kocht en ons van alle zonde waste.
Je merkt ook op dat er weinig over deze worsteling geschreven wordt. Jouw worstelingen zijn goed. Vroeger zeiden ze wel tegen een nieuw bekeerde: “Welkom in de strijd”.
Waarom wordt er zo weinig over geschreven of gesproken.?
Er wordt weinig geworsteld. Mensen van nu ( ook jonge mensen) zijn veel drukker bezig met de vraag: “Hoe kom ik aan zekerheid dat ik een kind van God ben?” “Hoe weet ik of ik uitverkoren ben”.
Het gevaar bestaat dan dat de dogmatiek meer plaats krijgt in het geloofsleven, dan worsteling tegen de zonde. Maar lees de brief van Paulus aan Titus, vooral hoofdstuk 2:1 tot en met hoofdstuk 3:8. Daar lezen we de werkelijkheid van een dankbaar leven. Dankbaar… ja! Niet voor eten en drinken, niet voor huis en kleren, niet voor auto en computer, maar voor het wonder dat God naar mensen omziet. Lees dit gedeelte van de Bijbel aandachtig door en overdenk het biddend om Gods hulp om het in je leven toe te passen.
Ik hoop van harte dat de jubel van Paulus je blijdschap is of wordt in al je geworstel. Weet je wel : Want het goede dat ik wil, doe ik niet, maar het kwade, dat ik niet wil, dat doe ik. Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods? Ik dank God, door Jezus Christus”. Daar lag zijn overwinning! Romeinen 7:19.25.
Resume:
Geloof zonder worsteling is dood. Heeft geen toekomst.
Geloof dat worstelt, functioneert zoals God het bedoelt.
-De echte geloofsworsteling eindigt niet met een uitroep van: “Het wordt met mij toch niets”.
-De echte worstelaar in het geloof vraagt ook niet: “heb ik genoeg gedaan om in de hemel te komen?
-De echte geloofsworsteling eindigt met een kreet naar Jezus.
-De echte geloofsworsteling is een worsteling met hoop in het hart.
-Het echte geloof herkent zichzelf als “gave van God”.
-Het echte geloof worstelt om Jezus te kennen.
-Echte goede werken vragen niet om beloning.
-Echte goede werken komen voort uit een dankbaar hart.
-Echte goede werken bedoelen niet mijzelf maar Jezus alleen.

Het is een heel eind geworden. En er is nog wel honderd maal meer over te schrijven, maar dat doe ik nu niet. Ik vond het fijn om er even mee bezig te zijn. Ik hoop dat u er iets mee kunt. Heeft u vragen? Kom er gerust mee.
Kom je er gerust op terug.