Mens met de mensen

Ik wil nog even zomaar terugdenken aan onze Tilburgse tijd. Nooit te vergeten. Een heel bijzondere tijd in ons leven. Maar ook een heel bijzondere tijd binnen onze kerken. Steeds weer waren er menen uit verschillende gemeente bij ons. Om te “strooien”… om te helpen in de kerk… om met hun vereniging een Brabantse koffietafel te gebruiken.                                                                                                                                  

Soms was het wel een beetje primitief in de ogen van de mens van nu. Maar we genoten met hart en ziel. De contacten binnen en buiten ons kerkverband bestonden uit enkele duizenden broeders en zusters. Van min 16 verenigingen tot achtenswaardige predikanten. We bedanken iedereen nog voor al die liefde die we ontvingen. Nog vrijwel dagelijks hebben we contact met mensen die toen meeleefden met ons werk en met “onze” mensen. We waren één met hen geworden. We hoorden bij hen.

Nu we met “THEMA AVONDEN” overal in ons land komen, ontmoeten we steeds weer mensen die toe bij ons kwamen. Wat is het dan een vreugde om herinneringen op te halen. Speciaal met u wil ik nog een mijmering delen…. Met dank aan alles terug denkend…. 

…. Aan de ene kant een jonge vrouw uit Marokko…. aan de andere kant een Turkse man… die geen Nederlands sprak, maar die elke week in de kerk kwam, omdat hij een beetje liefde zo nodig had…. net zoals een familie uit Bagdad en Vladimir uit Rusland…   Zo zat ik vaak in de kerk. Ik vergat alle talen afstanden. 

Mehmet                                                                                  

Prachtig zoals hij bij ons gekomen was. Ik verwonder me er altijd over hoe de Heere mensen op je weg brengt…. Het was bijna aan het einde van het kinderkerstfeest. Zoals altijd een heel gezellige morgen op tweede kerstdag. Plotseling ging de deur open en een Turks mannengezicht keek naar binnen. Verbaasd en heel verschrikt… snel verdween hij weer. Een van onze kinderen ging achter hem aan en bracht hem mee de kerk in. We gaven hem warme chocolade melk, kerstkransjes en een sinaasappel.. net zoals de kinderen allemaal kregen

Het had vervolg, hij bleef komen. Op zondag zat hij in de kerk. Door de week kreeg hij Bijbelles. Maar Jan kon geen woord Turks en de man slechts een heel klein aantal Nederlandse woorden.                                                            

Tijdens de les zat er meestal een mevrouw bij met een woordenboek. Mehmet had een Turkse Bijbel voor zich en Jan de Nederlandse. Hoe Adam geschapen was, uit aarde gevormd… vertelde Jan hem vanuit de Bijbel en hij vroeg of hij het had begrepen. Mehmet stond op, liep stralend naar een bloempot en pakte wat aarde. Hij had het begrepen.

Machtig heerlijk werk om zo met mensen bezig te zijn. Met behulp van de paar zinnetjes Turks die Jan geleerd had, kon hij Mehmet in het gebed aan de Heere opdragen. Mehmet zong vol overgave de psalmen met ons mee, het was vaak zo aandoenlijk. Soms at hij met ons mee aan tafel , dan was het of hij uitgehongerd was. Och, hij had hier niets en de vriendschap verwarmde zijn hart. Wat is er nou heerlijker dan met elkaar te eten? Maar….

Op een dag werd hij uitgewezen. Aan het eind van de dienst dronken we die laatste zondagavond met elkaar koffie in de kerk. Iedereen nam afscheid en hij kreeg van de mensen nog van alles mee. Ooit hoopte hij terug te komen. Nu, na zoveel jaren zijn er nog altijd mensen die voor hem bidden!                 Veel mensen kwamen en gingen weer. Het was net een  duiventil. Toch hebben al die mensen de Boodschap van het evangelie gehoord.

Percy

Ik denk aan onze broeder Percy…een dronkaard was hij geweest in zijn verre land. Hij had een klein carteringbedrijf. Tot drie keer toe was hij met een auto vol eten verongelukt doordat hij dronken was. De derde keer belandde hij zelfs ten onderste boven in de stadsvijver.  “Toen heb ik me bekeerd,” vertelde hij ons. “Toen is mijn leven radicaal veranderd”. En zijn ogen schitterden.                                                                                                           

En  het was waar: Percy was een ander mens geworden. Een nieuw mens. Een nieuwe schepping. Niet alleen van de drank verlost maar bij Jezus terecht gekomen. 

Vele gesprekken hebben we gehad, veel lekkernijen maakte hij voor ons klaar. Van oud brood kon hij van alles maken. Zoet en zuur. Appelflappen met zure haring er in…. U proeft het al? Maar weet je het had een bijsmaak: “LIEFDE”. Van uit zijn  niets toverde hij van alles tevoorschijn.  Elke zondag ging ik hem twee keer halen en terug breng en. Dan praatte hij me de oren van het hoofd. 

Als ik naar de markt ging, dan hoorde ik hem vaak al van ver. Zijn stem overstemde alle geroezemoes. Dan vertelde hij de mensen over Jezus, Die zijn leven had gegeven voor zondaren. Hij kreeg de aandacht van velen. Die lange forse neger met zijn heldere stem, doortrokken van de liefde tot Jezus. Soms luisterden er mensen, soms werd hij ook beledigd. Maar hij ging door. Zonder naar resultaat te zoeken. Het ging hem om Jezus.  Hij is nu ook al lang gestorven. Uit zijn tijdelijk beslommeringen verlost.

Uit Indonesie.                                                                          

Vaak waren er enkele Indonesische zusters die ons zomaar onverwachts opzochten. Ze hadden liefde nodig. Hun harten treurden om alles wat ze verloren hadden toen ze uit Indonesië weg moesten. Het liefst zaten ze aan onze enorme, ronde keukentafel. Een grote pot thee erbij en het was feest.

Maar dan gingen ook vaak de tassen open en gaven ze wat van hun heerlijke eten.                                                                                                                                                                   Het was altijd een feest met elkaar, we beleefden de kampongs, we proefden hun smaak, we genoten van hun blijdschap en dan zongen we samen de liederen van Johannes de Heer. Die hadden ze in hun land geleerd. Dan weer klonken de Psalmen, die ze hier geleerd hadden. Dan volgden de verhalen elkaar op… over vroeger toen ze in hun mooie land woonden… Toen ze daar onder de palmbomen Jezus hadden leren kennen…  de verhalen over hun families en hoe het later zo anders werd en hoe ze hier berooid, als arme zwervers aankwamen in het koude Nederland, waar niemand hen verwachtte, waar ze niet meetelden. Ze vertelden hoe het heimwee hun leven soms overspoelde… En dan kwamen de tranen. Dan kwamen er armen om me heen. Liefde, troost met elkaar. Troost zoekend in gebed, kwam dan het heerlijke van het samenzijn weer terug.

Nu, na jaren zwerven over de aardbol, begrijp ik beter wat er was: Zij rouwden om hun vroegere leven, dat ze verloren hadden, dat weg was en nooit meer zou terug komen. Ik begreep het toen een klein beetje en leefde met hen mee. Prachtige middagen en avonden waren dat, ik zag hun leven in de kampong, en het werd een stukje van mijn leven. Hun vroegere leven ging voor me leven. 

Aan het eind van de avond las Jan een gedeelte uit de Bijbel met ons en dankten we de Heere. Daarna vertrokken ze, vol van het heerlijke samen zijn, van de zegen die ze mee gekregen hadden, en wij bleven achter en deelden in diezelfde zegen:  Eén in de dienst van de Heiland , één in het Woord van God.

Nellie